Ruimte voor de Vecht
gebiedsgericht werken
Gebiedsontwikkeling in het Vechtdal kent een lange geschiedenis. In het `Structuurschema groene ruimte' (1992) staan Vecht en Regge benoemd als één van de 16 waardevolle cultuurlandschappen. Met dit predicaat op zak start een eerste gebiedsontwikkeling en in deze periode komen provincie, Rijkswaterstaat en de waterschappen tot een streefbeeld voor de Vecht als halfnatuurlijke laaglandrivier.
Met de invoering bij de provincie van het gebiedsgericht werken krijgt rond het jaar 2000 de uitvoering van maatregelen die bijdragen aan dit streefbeeld een kans. Er is geld voor hermeandering bij de Uilenkamp, Loozensche Linie en Mölnmarsch en ook komen er eerste trajecten waar de oevers worden ontsteend.
Het hoge water van 1998 werkt vertraagd door in de maatgevende afvoeren van de rivieren maar begin 2007 is duidelijk dat er aanvullende maatregelen langs de Vecht nodig zijn om toekomstige afvoeren veilig te verwerken. Op dat moment komt ook het atelier Overijssel met het verleidelijk beeld `de levende Vecht' in 2050, en deze twee ingrediënten: urgentie en perspectief vormen het vertrekpunt voor Ruimte voor de Vecht