Grondwet van 1848

De basis voor onze huidige politiek

De nieuwe grondwet van 1848 heeft de basis gelegd voor ons huidige stelsel van de parlementaire democratie. Door de grondwet was de koning niet langer de baas, maar nu was het parlement de baas. In de verandering van de grondwet speelde Koning Willem III en Thorbecke de belangrijkste rollen.

Geschiedenis

Thorbecke had al een grondwetsherziening voorstel gedaan in 1844, maar die werd in 1845 door de tweede kamer afgewezen. Toen in 1847 tijdens de troonrede kondigde de koning een grondwetsherziening aan. In het begin van 1848 werden er al 27 ingediend, maar die hadden weinig betekenis. Op 17 maart 1848 benoemde de koning een staatscommissie die onder leiding van de liberale voorman Thorbecke, de grondwetsherziening moest voorbereiden. De staatscommissie had dat gedaan en die grondwetsherziening vormde de basis van de regeringsvoorstellen. Op 19 juni 1984 werden er 12 wetsvoorstellen aangeboden en op 3 november 1848 kon de nieuwe grondwet worden afgekondigd.

 

Belangrijkste veranderingen

  • De ministers zijn nu verantwoordelijk in plaats van de koning.
  • Er zijn nu rechtstreekse verkiezingen van de Tweede kamer, gemeenteraden en Provinciale staten.
  • Er is nu mogelijkheid om de kamers te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven.
  • Vrijheid van onderwijs
  • De koning heeft geen invloed meer op de besluiten van de Rooms-Katholieke kerk