de Grondwet van Thorbecke 1848
De grondwet legde een belangrijke basis voor het stelsel van de parlementaire democratie in Nederland.
de Grondwet van Thorbecke uit 1848 is een belangrijke mijlpaal in de democratisering van Nederland. De liberale politicus Johan Rudolph Thorbecke heeft deze grondwet bedacht. Thorbecke legde een basis van onze tegenwoordige parlementaire democratie.
In 1844 kwam Thorbecke als parlementariër in de Tweede Kamer. Samen met de Negenmannen stelde hij een concept op voor een grondwetsvoorziening. De Negenmannen voerden een pleidooi voor de invoering van ministeriele verantwoordelijkheid en rechtstreekse verkiezingen van de Tweede Kamer. De Tweede Kamer nam het op 10 december 1844 ingebrachte voorstel niet in behandeling. In de politiek veranderde al heel snel de sfeer. In de tweede helft van 1840 broeide er iets in Europa op. In meerdere Europese landen braken er hongernoden uit. Koning Willem II kondigde in de troonrede van 1847 toch een grondwetsvoorziening aan. In 1848 braken er revoluties uit in Duitsland en Frankrijk. Frankrijk leidde tot afzetting van de monarchie. Omdat koning Willem II bang was voor zijn positie door de Franse afzetting van de monarchie vroeg hij aan Thorbecke om voorzitter te worden. De nieuwe Grondwet was bijna helemaal het volledige werk van Thorbecke. Zijn ideeën waren beïnvloed door de ideeën van de Verlichtingsfilosoof Charles Montesquieu. De grondwet bood veel vrijheden en vormde de basis van de ontwikkeling van de parlementaire democratie.