Mohammad Hatta

Strijd tegen de koloniale macht

Mohammed Hatta (1902-1980) zette zich met hart en ziel in voor de onafhankelijkheid van Indonesië. Vanwege zijn acties werd Hatta in 1927 gearresteerd. Na zijn terugkeer naar Indonesië zat hij daar zelfs 8 jaar gevangen. In 1949 werd Hatta de eerste vicepresident van het vrije Indonesië.
Rotterdam, de stad waar hij studeerde, heeft hem geëerd met de Hattasingel. Ook is er een studentenflat naar hem genoemd. In het Hatta-gebouw wonen buitenlandse jongeren die hier met een Erasmusbeurs studeren.

Voor een vrij Indonesië
Hatta werd in 1902 geboren in Nederlands-Indië, toen nog een kolonie van Nederland. Op 19-jarige leeftijd ging hij in Rotterdam studeren aan de Nederlandsche Handels-Hoogeschool, een voorloper van de Erasmus Universiteit. Tijdens zijn studie voerde Hatta actie om Indonesië te bevrijden van de Nederlandse overheersing. Samen met de Nederlandse vereniging voor Indonesische studenten (Perhimpoenan Indonesia) organiseerde hij politieke bijeenkomsten over de onrechtvaardigheid van het koloniaal systeem. De Nederlandse overheid hield deze vrijheidsstrijders goed in de gaten, want ze wilde haar kolonie niet kwijt.

Van arrestant tot held
In 1927 arresteerde de politie Mohammed Hatta, samen met 4 andere studenten uit Nederlands-Indië. Zij werden beschuldigd van opruiing tegen het Nederlands gezag. In de rechtbank hield Hatta een lang betoog over koloniaal onrecht. Het proces liep uit op een groot fiasco voor de Nederlandse staat want Hatta werd vrijgesproken. Hij kwam als een held uit de strijd. In 1929 verscheen zijn betoog onder de titel Indonesia Merdeka (Indonesië Vrij). Deze tekst ging de halve wereld over en bezorgde Hatta talloze uitnodigingen om lezingen te geven, ook in het buitenland.

Een wereldwijde beweging
In hun vrijheidsstrijd stonden de Indonesische nationalisten niet alleen. Tussen 1920 en 1940 voerden bewoners van veel gekoloniseerde landen actie voor het recht op zelfbeschikking. De Internationale Liga tegen Imperialisme en Koloniale Onderdrukking verenigde bijna 140 organisaties uit 34 landen. Naast anti-kolonialisten zaten daarin zwarte leiders uit de VS en Europese vakbondsleiders. Ook socialisten, communisten, pacifisten en antimilitaristen sloten zich aan bij de liga. Eén van hen was de Surinaamse vrijheidsstrijder Anton de Kom.

Verbanning
Met zijn diploma op zak keerde Hatta in 1934 terug naar Nederlands-Indië. Daar sloot hij zich aan bij de Pendidikan Nasional Indonesia-Baroe (het Nieuwe Nationaal-Indonesische Vormingsverbond). Door voorlichting wilde hij zijn volk meer politieke bewust maken. Maar in 1934 arresteerde de Nederlandse overheid Hatta opnieuw. Hij zat 8 jaar opgesloten in de gevangenenkampen van Boven-Digoel en Banda. In 1942 bezette het Japanse leger Indonesië. Hatta ging met de Japanners samenwerken omdat zij beloofden de Indonesische vrijheidsstrijd te steunen. Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan en het Japanse leger vertrok. Twee dagen later, op 17 augustus 1945, riepen Hatta en Soekarno de onafhankelijkheid van Indonesië uit.

Naast de koningin
De Nederlandse overheid accepteerde de ‘staatsgreep’ niet en stuurde duizenden militairen om het koloniale gezag te herstellen. Hun uiterst bloedige en gewelddadige acties kostten meer dan 100.000 mensen het leven. Verreweg de meesten van hen waren Indonesiërs. Pas in 1949 erkende Nederland Indonesië als zelfstandige staat. Op 27 december 1949 zat vicepresident Hatta naast koningin Juliana aan tafel om de Nederlandse soevereiniteitsoverdracht te ondertekenen. In 1956 trok hij zich terug uit de regering van de Republiek Indonesië.