Dijken en polders
Het overstroomde gebied ten noorden van de Nieuwe Maas werd stap voor stap teruggewonnen door de aanleg van dijken en polders. Vanuit het binnenland werden de bedijkingen in korte tijd uitgebreid richting de Nieuwe Maas. De eerste dijk lag bij de Kleiweg, daarna volgden de Beukelsdijk, de Bergweg, de Oude Dijk en dijken aan weerszijde van de Rotte. Tot slot kwam er eentje langs de Maas: de Schielands Hoge Zeedijk.
De dam in de Rotte
In 1250 was ook Schielands Hoge Zeedijk klaar, behalve daar waar de Rotte uitmondde in de Maas. Dat gat werd zo’n 20 jaar later gedicht door de aanleg van de dam in de Rotte. Deze dam was 400 meter lang en lag precies onder de huidige Hoogstraat. Dankzij de dam kon het water van de Maas bij vloed niet langer de Rotte instromen. Andersom moest het water in de Rotte wel weg kunnen als dit hoger stond dan het water in de Maas. Daarom werden sluizen in de dam gemaakt die bij eb opengingen. Zo bleven de polders droog. Nog steeds liggen er resten van houten en stenen sluizen diep verborgen onder de Hoogstraat.
Het hart van Rotterdam
De dam was een prima plek om hoog en droog te wonen. Mensen bouwden er houten huizen op. Er ontstond een typisch dijkdorp met woningen als een lang lint naast elkaar op de dam in de Rotte. De nederzetting heette inmiddels Rotterdam en groeide snel. Rond 1300 woonden er al een paar honderd mensen op de dam en in de zijstraten. De dam was het hart van de stad. Voor de dam lag Het Steiger met een haven. Even verderop werd een kerkje gebouwd. Dat was de voorloper van de Sint Laurenskerk.
Het Waterschap Schieland
De aanleg van dijken, sloten, sluizen en duikers – ondergrondse verbinding tussen twee stukken water - vereiste een goede planning en, als ze eenmaal klaar waren, veel onderhoud. In de omgeving van Rotta gebeurde de aanleg en het onderhoud van al die waterwerken in opdracht van de graaf van Holland. Omdat het waterbeheer steeds meer speciale kennis vereiste, is in 1273 het Hoogheemraadschap (waterschap) Schieland opgericht. Medewerkers van het waterschap regelden de waterstand, zodat de bewoners droge voeten hielden en de akkers geschikt bleven voor landbouw. Ook onderzochten ze of de dijken en velden stevig genoeg waren voor de aanleg van paden en wegen. Dit waterschap bestaat nog steeds en is in 2005 samengevoegd met de Krimpenerwaard. Dankzij het waterbeheer ontstond rond de dam in de Rotte een fijn gebied om te wonen. Steeds meer mensen vestigden zich in dit Rotterdam; de stad kwam tot bloei.