Het werk
Arme gezinnen verhuisden, om aan het werk te kunnen. Ze werkten in de textielindustrie (weverijen en spinnerijen), de glas- en vlasindustrie, de sigarenfabricage, de steenbakkerijen, de papierfabrieken, de keramiek, de mijnen en de smelterijen. Ouders en kinderen gingen hier aan het werk, in verschrikkelijke armoede. Ouders en kinderen, werkten op verschillende afdelingen. Ze werkten onder de bevelstructuur waarin ze héle lange werkdagen hadden. Kinderen werkten tot ongeveer 16 uur op een dag, ze verdienden soms maar 10 cent per dag en kregen slecht te eten.
Het werk tijdens de kinderarbeid
1800 - 1900
De kinderen werkten tijdens de industriële revolutie, de negentiende eeuw, voornamelijk in grote fabrieken.