Vroeger en nu

1750 - nu

Vroeger waren er veel kinderen aan het werk, dat is anders. In elk land zijn andere wetten, maar overal is kinderarbeid flink verminderd. “Over de hele wereld zijn er nu nog 200 tot 250 miljoen kinderen tussen de 5 en 15 die moeten werken”. (Kinderarbeid Vroeger En Nu | Jongerenoverkinderabeid, n.d.). Meer dan de helft van deze kinderen, kan door het werk niet naar school en een kwart, werkt in een slechte omgeving.

Vroeger
Kinderen werkten in grote fabrieken, onder gevaarlijke omstandigheden. In 1860 werkten meer dan een half miljoen Nederlandse kinderen, in fabrieken. Veel kinderen waren door de slechte omstandigheden erg ziek, en er zijn kinderen overleden.

Steeds vaker, werd er gesproken over de kinderarbeid. Fabriekswerk voor kinderen, moest verboden worden. Hiervoor heeft in 1874, Samuel van Houten een wet gemaakt; het kinderwetje van, van Houten. Deze wet, zorgde ervoor dat werken onder de 12 jaar verboden werd.

Dit was voor veel fabriekseigenaren, niet fijn. Ze probeerden kinderen toch te laten werken, omdat dit makkelijker was voor bepaalde machines. Vanaf 1882 werd het moeilijker, toen kwam er een arbeidsinspectie langs. Wanneer je kinderen aan het werk had, kreeg je een flinke boete.

Vanaf het jaar 1900, kwam er een leerplicht. Alle stemmen voor deze wet, waren verdeelt. Dit hield destijds in dat kinderen van 6 tot hun 12e jaar, verplicht waren om onderwijs te volgen. Wanneer dit niet gebeurde, kregen ouders een waarschuwing en ergere straffen.

In het begin, van het jaar 2000, was de lagere school het eindonderwijs. Ze leerden niet verder, maar gingen aan het werk. Meisjes leerden de huishoudelijke dingen, jongens gingen aan het werk in het ambachtelijke werkveld.

Vanaf 1969, werden kinderen verplicht om 9 jaar onderwijs te volgen. Dit werd ook weer gecontroleerd. Hieruit werd de leerplicht beetje bij beetje uitgebreid en de kinderarbeid in Nederland minder.

 

Nu
In onze wereld, is oorlog en terreur. Niet alleen vaders, vechten voor hun vaderland. Ook de kindsoldaten worden ingezet. Ieder jaar zijn dit naar schatting van het onderzoek over Kinderarbeid vroeger en nu, meer dan 250.000 kinderen die wereldwijd worden ingezet. Dit zijn vooral kinderen, die leven in een oorlogsgebied en daardoor geen mogelijkheid hebben om naar school te gaan. Denk hier aan kinderen uit arme gezinnen en vluchtelingen. Vluchtelingen worden vaak als eerst ingezet, om te bewijzen dat ze voor hun land staan. Daarnaast worden kinderen, die als wees overblijven in een oorlogsgebied ook vaak ingezet als kind soldaat, omdat ze niemand meer hebben die hen beschermd. Kinderen worden niet gezien als kind, maar moeten mee doen met de volwassenwereld. Daarnaast worden ze ingezet als drager, kok, spion, wachter of zelfs seksslaaf.

Kinderen krijgen door deze omgeving, de verkeerde regels mee. Ze denken dat het normaal is, en dit zullen ze de gehele toekomst met hun meedragen.

Kinderarbeid komt momenteel vooral voor in Azië, India. Dit gebeurt, vooral in het geheim. Zodat ze niet gesnapt worden door de mensen om hen heen. Het gebeurd dus illegaal.

In Azië, werken kinderen vooral in de industrie. In Afrika en Zuid-Amerika, vindt ook kinderarbeid voor. Hier werken kinderen meestal in de landbouw, mijnbouw of tapijtindustrie.

Kinderarbeid in Nederland is tot op het heden verboden.