In het begin van de twintigste eeuw was er over het algemeen weinig aandacht voor kinderen die zonder ouders door het leven moesten. Sommigen stonden onder voogdij van een Gereformeerde Kerk. De gezamenlijke Gereformeerde Kerken richtten in 1911 de 'Vereeniging tot duurzame verzorging van minderjarigen' op. Die werd al snel 'De Glindhorst' genoemd. De gereformeerde predikant R.J.W. Rudolph (1862-1914) werd directeur.
Ruimte voor opvoedingswerk
De vereniging kocht ten westen van het dorp Barneveld landbouwgrond waarop boeren zich konden vestigen als zij enkele kinderen in hun gezin en bedrijf opnamen. In 1914 werd met het opvoedingswerk begonnen. Sommige boeren waren helaas niet zo geschikt als opvoeders. Zij zagen de aan hun zorg toevertrouwde kinderen vooral als goedkope werkkrachten.
Er werden een directeurswoning en een meisjes- en een jongenspaviljoen gebouwd waarin de kinderen in een groep woonden en werden opgevoed. Vlak daarbij kwamen een tuinbedrijf, een timmerwerkplaats, een winkel en een smederij te staan, die ook dienst deden als leerbedrijf. Zo ontstond een soort dorpscentrum, met bovendien een basisschool en een school voor land- en tuinbouwonderwijs. Kinderen konden soms na enige jaren terug naar huis, anderen bleven langer op De Glindhorst wonen. Niet ver daarvandaan werden paviljoens van de Mr. Jan Pieter Adolph Vereeniging gebouwd. Daar werden bedelaars, drankzuchtige mannen en landlopers ondergebracht.
Faillissement en nieuw begin
In de loop van de tijd kwam er kritiek op het opvoedingssysteem, maar ook op het financiële beleid. In 1927 werd 'De Glindhorst' zelfs failliet verklaard en het opvoedingsdorp werd in het openbaar geveild. De “Vereeniging tot verzorging van kinderen” werd de nieuwe eigenaar en ging verder onder de naam 'De Rudolphstichting'. Het vertrouwen werd hersteld en voortaan werden er niet alleen gereformeerde kinderen opgenomen. In de omgeving werden ze wel eens met de bijzondere naam 'besteekinderen' aangeduid.
Er werden steeds meer dienstgebouwen, een kerk en huizen voor pleeggezinnen en anderen gebouwd. Er ontstond een gevarieerd verenigingsleven en er kwam een ontmoetingscentrum. Daardoor veranderde de buurtschap geleidelijk in een echt dorp. In 1975 werd dat officieel. De naam veranderde van De Rudolphstichting in De Glind. De instelling 'De Rudolphstichting' bestaat nog steeds en is eigenaar van een groot gedeelte van het onroerend goed. Dat wordt beschikbaar gesteld aan een tiental organisaties, die hulp en zorg bieden aan kinderen en jongeren.
Meer lezen:
- Gerjan Crebolder e.a., De Glind…gewonnen uit weerspannig woud. De geschiedenis van een dorp in de Gelderse Vallei. Barneveld, 2007.
- www.glind.nl
- www.100jaarjeugddorp.nl
Auteur: Dick Veldhuizen