De wording van het Erfgoedhuis

Jan Anderson

Het was een zwoele zomeravond in 1978. Iedereen zat in zijn tuin of balkonnetje en het was daarom erg rustig op de Westhavenkade in Vlaardingen. Dat veranderde toen om kwart voor acht de trein stopte en een groot aantal mensen uitstapte, op weg naar het Visserij Museum voor een bijzondere bijeenkomst.

Oprichting Zuid-Hollandse Museumvereniging

De Culturele Raad van Zuid-Holland had het plan opgevat om in navolging van andere provincies een vereniging van musea op te richten. Piet Spranger (directeur van de Raad) had Joop van Dorp (directeur Visserij Museum) gevraagd een aantal museummensen uit te nodigen en te onderzoeken of dit een goed plan was.

De opkomst was groot. 48 betrokkenen kwamen opdagen. Er waren te weinig stoelen zodat een aantal mensen op de grond moest zitten. Het resultaat was de oprichting van de Federatie van Musea voor Zuid-Holland met als voorzitter Pieter van Empelen (toenmalig directeur van het Scheepvaartmuseum in Rotterdam).

Bij de oprichtingsvergadering in 1979 traden er 65 leden toe. Er kwam een kantoor in de Nobelstraat in Den Haag en Margriet Lestraden werd tot de eerste museumconsulent  benoemd. Ook werden er een vijftal museumspecialisten aangetrokken. In 1989 kwam Judith Tegelaers in dienst en niet veel later Mart van der Sterre.


Museum van het jaar

Er was ook wat geld beschikbaar voor het belonen van het museum van het jaar. Met vier juryleden bezochten we in mijn auto alle uithoeken van de provincie om de winnaar te zoeken. Een ander hoogtepunt in die eerste jaren was de manifestatie in de Grote Kerk in Den Haag, waarbij 100 musea een vitrine vulden met voorwerpen uit hun collectie.

We hadden het winkelbedrijf als onderwerp gekozen, met als hoofditem Piet de Gruyter (19de-eeuwse winkelketen die tot de jaren '70 in heel Nederland winkels had). Ook wel 'Piet de Dief' genoemd, vanwege de 10% die je pas na inleveren van de bonnen terugkreeg. Commissaris van de koningin Schelto Patijn opende de tentoonstelling. 


Oprichting Erfgoedhuis Zuid-Holland

Later verhuisden we naar de Garenmarkt in Leiden, en daarna naar het pand van het Hoogheemsraadschap Rijnland in de Breestraat in Leiden. Op weg naar de vergadering kon ik dan de Slegte bezoeken, die verderop in de straat zat.

Intussen was Andries Ponsteen directeur geworden en werkte hij aan een groots plan, mede op verzoek van de provincie. De Federatie van musea in Zuid-Holland en de Monumentenwacht Zuid-Holland werden daar ook in meegenomen. Het doel: één groot provinciaal Erfgoedhuis, dat naast monumenteneigenaren en musea, ook archieven, historische verenigingen en gemeenten via een Provinciaal Steunpunt Monumentenzorg en Archeologie ging ondersteunen.

Via de kascommissie kwam ik in het bestuur van dit nieuwe Erfgoedhuis terecht en later in de raad van toezicht. 

Terugkijkend vind ik het frappant dat veel Vlaardingers zich in het museumwereldje bewogen. Naast mijzelf ook Jan Rot (IJkMuseum), Loek Jansen (Schilpen Maasland), Herman van der Lee Cools (Museum Schiedam), Johan ter Molen (Museum Boijmans van Beuningen), Joop van Dorp, van het (Vestingmuseum) en Jeroen Terbrugge (Rijksmuseum Amsterdam).