Kiesrecht

Kiesrecht is in de loop der jaren de goede kant opgegaan. Voor 1815 hadden ze nog geen kiesrecht, maar daarna wisten ze wel anders.

1815: Bij de grondwet van 1815 werd het kiesrecht beperkt tot een paar mensen die veel belasting betaalde.
1848: De grondwet van 1848 ondersteunde een breder kiesrecht voor mannen. Namelijk de mannen die een bepaald aantal belasting betaalde.
1887: Mannen die in de dienstplicht zaten kregen kiesrecht.
1917: Het algemeen mannenkiesrecht werd in dit jaar ingevoerd, alle volwassen mannen kregen het kiesrecht.
1919: 2 jaar later werd het vrouwenkiesrecht ingevoerd en konden nu ook gekozen worden in de 2de kamer.
1948: Invoering van het kiesrecht voor Suriname en de Nederlandse Antillen voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Tegenwoordig heb je in Nederland algemeen kiesrecht waar iedereen boven de 18 jaar iets te zeggen heeft over de politiek met hun stemrecht.
Zo kunnen ze hun kiesrecht bijvoorbeeld gebruiken om het bestuur van de 2de kamer te kiezen en het Europees parlement te kiezen.

Zoals je kan zien zijn dit behoorlijke mijlpalen in de geschiedenis als het om kiesrecht te maken heeft. dit heeft natuurlijk voor gezorgd dat de machtsverschillen niet groot waren, omdat de burgers zelf konden kiezen.