Nieuwe Limburgers

Komen en gaan

Wie honderdvijftig jaar geleden in Limburg leefde, kwam weinig mensen uit het buitenland tegen. Tegenwoordig zie je een stuk meer mensen met verschillende huidskleuren in het Limburgse straatbeeld. Verder hoor je heel wat verschillende talen als je door de winkels loopt of door de overheidsgebouwen in steden zoals Maastricht en Sittard, en zie je dat de Islam inmiddels de twee na grootste godsdienst in Limburg is, na het katholicisme [venster 51]. Laten we eens kijken in welke jaren na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) en waarom mensen uit alle windstreken een welkom thuis zochten in deze provincie.

Migratie

De meeste Limburgers moeten er waarschijnlijk niet aan denken om in een andere provincie of zelfs een ander land te wonen. Of andere mensen Limburg wél leuk vinden, om welke reden dan ook, kun je aflezen aan de migratiecijfers. Oftewel: aan hoeveel mensen naar deze provincie komen. In principe is het zo dat mensen het liefste blijven leven op een plek die ze goed kennen. Als ze toch verhuizen (binnen de provincie) of migreren (naar een andere provincie of het buitenland), dan betekent dit doorgaans dat ze het elders beter kunnen krijgen [venster 35]. Ze moeten er bijvoorbeeld werk kunnen vinden en de omgeving moet er aantrekkelijk zijn. Migratie is in dat opzicht een belangrijk aandachtspunt om de populariteit van een bepaalde stad of een bepaald gebied te meten.

De vorige eeuw

Wat blijkt nu? Limburg was tot 1930 de meest aantrekkelijke provincie van Nederland. In 1859 woonden van alle in Nederland wonende buitenlanders de meesten in Limburg. In 1930 was dit maar liefst dertig procent. Geen enkele andere provincie had zoveel aantrekkingskracht. Limburg grenst sinds de staatkundige vorming ervan als Nederlands grondgebied, in de negentiende eeuw [venster 32], aan Duitsland en België. Het buitenland was en is er dus nooit ver weg. Maar dat verklaart zeker niet alles. Zo vluchtten tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) in korte tijd veel Belgen naar Limburg [venster 40]. Alleen in 1917 al waren het er 15.000. Na de oorlog gingen zij bijna allemaal terug naar hun land van herkomst. Een andere bekende groep werd gevormd door zo’n 1.700 Molukkers die in de jaren 1950 vanwege de onafhankelijkheid van Indonesië (erkenning door de Nederlandse regering in 1949) in Limburg ‘tijdelijk’ (dit kon soms jaren duren) werden ondergebracht in ‘woonoorden’. Een tweede reden voor het grote aantal buitenlanders was de mijnbouw [venster 42]. Toen die in Limburg flink op gang kwam, moesten er arbeiders uit andere Nederlandse provincies en ook uit het buitenland worden aangetrokken. Menig Limburger bleef aanvankelijk liever in de landbouw werken [venster 50]. Daarom kwamen er met name tussen 1900 en 1930 jongemannen uit Duitsland, België, Oostenrijk, Polen en Joegoslavië om in de mijnen te gaan werken. Destijds was zelfs een kwart van de mijnwerkers buitenlander. Ze woonden vooral in de Oostelijke (Heerlen, Kerkrade en Brunssum) en Westelijke (Geleen en Sittard) Mijnstreek. Na de oorlog volgden er nieuwe migratiebewegingen van gastarbeiders: Italianen, Oostenrijkers, Grieken en later Spanjaarden. Ook nadat de mijnen in de jaren 1960 en 1970 gesloten werden, bleef de vraag naar arbeidskrachten groter dan Limburg te bieden had. Nu waren het voornamelijk Turken en Marokkanen die naar de provincie kwamen. Een verschil met veel eerdere ‘gastarbeiders’ was dat de nieuwe migranten niet terugkeerden naar hun land van herkomst, maar hun gezinnen lieten overkomen en hier bleven wonen.

Hoe het nu is

Als je sommige krantenkoppen moet geloven, worden we momenteel ‘overspoeld’ door enorme aantallen ‘vreemdelingen’ die ons land en ook Limburg binnenkomen. Laten we eens kijken naar de feiten. Het is moeilijk om erachter te komen hoeveel mensen van elders in Limburg wonen. Je kunt natuurlijk kijken naar de mensen die geen Nederlands paspoort hebben. In 2022 waren er in totaal ruim 1,1 miljoen Limburgers. Daarvan hadden er 81.000 een niet-Nederlandse nationaliteit. Dit is ruim zeven procent van de totale bevolking. Misschien vind je dat veel voor de kleine provincie, maar wat blijkt als je wat beter kijkt? Van die 81.000 komt het overgrote deel (54.000 mensen) uit de Europese Unie. Die zijn dus bij nader inzien helemaal niet zo ‘vreemd’! En daar gaat het natuurlijk om: zolang mensen op straat dezelfde huidskleur hebben en dezelfde kleren dragen, valt niet op dat het migranten zijn. Alleen kijken naar wie geen Nederlands paspoort heeft, helpt ons dus niet echt verder. De overheid registreert tegenwoordig ook, naast de mensen die geen Nederlands paspoort hebben, de mensen met een Nederlands paspoort die in het buitenland geboren zijn. En ook als een van hun ouders in het buitenland geboren is, vallen deze mensen in de groep die we ‘mensen met een migratieachtergrond’ noemen. Daarvan waren er in 2022 260.000 in Limburg. Maar hier geldt wel weer dat de overgrote meerderheid van hen uit westerse landen komt.

Vernieuwing

De vraag is of we ons zorgen moeten maken over de migratie van buitenlanders naar Limburg. In de jaren na 2010 overleden er in de provincie elk jaar 2.500 meer mensen dan er geboren werden. Deze ontwikkeling zou logischerwijs leiden tot een bevolkingsdaling. De instroom van buitenlandse migranten zorgt er echter voor dat de bevolkingsgrootte ongeveer gelijk blijft. Binnen de provincie zijn er aanzienlijke verschillen. In het noorden groeit de bevolking licht, maar de Zuid-Limburgse gemeenten worden leger en leger. Steeds meer onderzoekers zien in de komst van jonge mensen uit andere culturen een oplossing voor het gebrek aan arbeidskrachten. In onze samenleving, waarin het aantal oudere mensen die zwak en ziek zijn groeit, is er de komende tijd alleen al in de ouderenzorg volop werk. De positieve bijdrage van migranten aan de maatschappij vereist dat we open staan voor vernieuwing. Waar honderdvijftig jaar geleden de nodige Limburgers niet veel verder keken dan de kerktoren van het nabijgelegen dorp, is nu de hele wereld als het ware één dorp geworden. Via de media leren we makkelijk andere culturen kennen. Ontwikkelingen in het vervoer zorgen er bovendien voor dat we in een paar uur kunnen vliegen naar alle hoeken van de wereld. Hierdoor zijn migranten ook in staat om naar Limburg komen. Het is de kunst al die oorspronkelijke Limburgers en de nieuwkomers op een vreedzame manier te laten samenleven, met respect voor elkaars opvattingen en gebruiken. Daar is veel mee te bereiken. En dan niet alleen op de arbeidsmarkt.