panden fam. Plettenberg
De 2 panden waren in 1786 in dienst van de Familie plettenberg. De familie bezat ook nog over een landgoed in Windesheim, en bezat 1 negerkleurige huisknecht(de heer la fleur van de Caap).
De heer van Plettenberg (1739-1793) vertrok in 1764 naar Nederlands-Indië, waar hij een functie bij het hof van justitie vervulde in Batavia. 2 jaar later trouwde hij hier met een vrouw van een familie van rijke hugenoten, waarna hij in ditzelfde jaar met zijn familie naar Zuid-Afrika vertrok.
in Zuid-Afrika was hij nu in dienst de VOC een soort officier van Justitie. IN 1774 werd hij benoemd tot gouverneur van de kolonie, en ging het hem goed af. Het keerpunt was echter in 1779 waar hij het aan de stok kreeg met de zogenaamde Vrijburgers(eisten meer rechten op).
In 1783 nam hij ontslag en ging hij met zijn gezin en de bediende La Fleur van de Caap naar de Nederlanden. Van zijn geld wist hij de hier eerstgenoemde panden te kopen.
In 1794 kwam La Fleur van de Caap aan in Leeuwarden en vestigde zich in een huwelijk. Zij zouden 2 kinderen krijgen waarvan zijn zoon kleermaker zou worden van beroep.