Watertorens

Monumenten van vooruitgang

Watertorens zijn vaak een beeldbepalende factor in de skyline van een stad of dorp. Zo ook in Hazerswoude-Rijndijk, waar de grotendeels intact gebleven watertoren uit 1915 al van grote afstand te zien is. Deze toren was de laatste die binnen de huidige gemeente werd gebouwd. Net als de watertoren in Boskoop en de twee verdwenen torens in Alphen aan den Rijn diende hij om de druk op de waterleidingen te reguleren en bewoners te verzekeren van schoon drinkwater. Dat betekende een enorme vooruitgang in de ziektebestrijding. Het maatschappelijke belang van watertorens was daarmee vele malen groter dan hun huidige monumentale uitstraling.

Voordat de aanleg van een netwerk van ondergrondse drinkwaterleidingen gebruikelijk was, moest men andere methoden gebruiken om aan drinkwater te komen. Men kon via daken regenwater opvangen en dit opslaan in een regenwaterput, of een welput aanleggen om aan grondwater te komen. Tot slot had men de mogelijkheid om rivier- of slootwater te gebruiken.

 

Tyfus en cholera

Aan deze methoden van drinkwaterwinning kleefden ernstige bezwaren. Regenwater was alleen schoon wanneer daken en goten goed werden onderhouden. Daarnaast was men in droge perioden noodzakelijkerwijze op rivier- of slootwater aangewezen. In een drinkwatermonster uit Boskoop werden in 1879 onder andere in ontbinding verkerende stoffen aangetroffen, levende dierlijke organismen, schimmelplantjes, ammonia en salpeterzuur. Water van een dergelijke slechte kwaliteit was een bron van allerlei ziekten. De Benthuizer dorpsarts Pieter van Steenwijk klaagde al in 1876 bij de commissaris van de koning in Zuid-Holland dat het gemeentebestuur onvoldoende toezicht hield op het drinkwater. Bij een recente cholera-uitbraak had Benthuizen daardoor het hoogste percentage slachtoffers van heel Nederland te betreuren. In 1905 waarschuwde een Boskoops gemeenteraadslid, huisarts Hillebrand van der Tak, voor het gevaar oppervlaktewater als drinkwater te gebruiken. Tot in de jaren dertig van de vorige eeuw kwamen als gevolg van slecht drinkwater in de regio nog geregeld gevallen van tyfus voor.

 

Waterleidingbedrijven

Vanwege het algemene gezondheidsbelang gingen gemeenten zich bezighouden met de distributie van drinkwater. In 1898 vonden in Alphen de eerste boringen plaats, onder leiding van ingenieur Nicolaas Biezeveld (1849-1934), die eerder pleitte voor levering van Leids duinwater. De gemeentebesturen van Alphen, Aarlanderveen en Oudshoorn sloegen in 1903 de handen ineen en stichtten gezamenlijk een waterleidingbedrijf. Ook het gemeentebestuur van Boskoop zette stappen. In 1907 liet het ingenieur Jan Schotel (1845-1912) boringen verrichten bij Hazerswoude-Rijndijk, omdat in de omgeving van Boskoop zelf geen geschikt drinkwater was te vinden. De bodem bij Hazerswoude-Rijndijk bevatte een natuurlijke bron, die voortdurend werd aangevuld met gefilterd water uit de Oude Rijn. De voorraad schoon drinkwater was daardoor onbeperkt.

Om praktische redenen bleef de levering van drinkwater geen plaatselijke aangelegenheid. Het waren niet de gemeentegrenzen die bepaalden waar het drinkwater vandaan kwam, maar het was de nabijheid van een bruikbare waterbron. Alphen aan den Rijn leverde drinkwater aan delen van Woubrugge. De Boskoopsche Bronwaterleiding voorzag de gemeenten Hazerswoude en Koudekerk van water, maar ook Alphenaren aan de Nesse en de Otweg, grenzend aan Boskoop. Benthuizen was aangesloten bij de Stichting Drinkwaterleiding De Tien Gemeenten, waarvoor het water in Zoetermeer werd gewonnen. Zwammerdam kreeg drinkwater vanuit Bodegraven.

De opkomst van waterleidingbedrijven betekende niet dat iedereen in één keer van schoon drinkwater was voorzien. Vooral in landelijke gebieden bleef de uitbreiding van het waterleidingnetwerk sterk achter, vanwege de hoge aanlegkosten. In Aarlanderveen waren vele huizen tot in de jaren dertig van de twintigste eeuw nog niet aangesloten op het waterleidingnetwerk. De gemeente Alphen aan den Rijn weigerde, vanwege de hoge kosten, om afgelegen delen van de gemeenten Nieuwkoop en Woubrugge van water te voorzien.

 

Watertorens

Watertorens moesten zorgen voor een gelijkmatige druk op het leidingnet. Daarnaast werd in het reservoir een reserve of buffer opgebouwd voor tijden van dreigend watertekort.

De eerste watertoren in de huidige gemeente Alphen aan den Rijn, ontworpen door Nicolaas Biezeveld, verrees in 1902 aan de Hoorn in Alphen. Vanwege het toegenomen watergebruik zag de gemeente zich in 1910 genoodzaakt een tweede watertoren te bouwen. Deze tweede toren, eveneens ontworpen door Biezeveld, kwam aan de Prins Hendrikstraat te staan. In 1908 werd in opdracht van de gemeente Boskoop aan de Zijde een watertoren gebouwd naar ontwerp van de eerdergenoemde Jan Schotel. Met een hoogte van 32,5 meter was dit de hoogste watertoren binnen de grenzen van de huidige gemeente Alphen aan den Rijn. Een paar jaar later, in 1915, bouwde de Boskoopsche Bronwaterleiding een watertoren in Hazerswoude-Rijndijk, naar een ontwerp van Arie Didericus Heederik (1862-1937).

De belangrijke maatschappelijke functie van de waterbedrijven werd benadrukt door het sierlijke ontwerp van de verschillende watertorens, waarbij de architecten gebruikmaakten van nieuwe architectuurprincipes en -stijlen. De watertorens in Boskoop en Hazerswoude-Rijndijk bevatten bijvoorbeeld veel stijlelementen van de art nouveau.

 

Sloop en herbestemming

Door de opkomst van moderne pompsystemen hebben veel watertorens inmiddels hun functie verloren. Voor de meeste betekende dat ofwel een aanwijzing tot monument, of herbestemming, of sloop.

Dat geldt ook voor de watertorens binnen de huidige gemeente Alphen aan den Rijn. De torens aan de Hoorn en de Prins Hendrikstraat werden respectievelijk in 1958 en 1972 afgebroken. De watertoren aan de Zijde in Boskoop verloor in 1977 haar functie. Vanwege jarenlange verpaupering en het risico op instorting werd deze in 1999 ‘onthoofd’ en ontdaan van haar reservoir. Discussies over herbestemming en restauratie lopen al sinds 1974, maar zijn nog altijd zonder resultaat.

De enige watertoren die haar silhouet heeft behouden, is die van Hazerswoude-Rijndijk. Nadat zij in 1985 overbodig was geworden, heeft de toren wel een aanzienlijke transformatie ondergaan. Tegenwoordig is zij in gebruik als kantoorgebouw van de vastgoedtak van supermarktketen Hoogvliet. De watertorens van Zoetermeer en Bodegraven zijn beide nog intact en met een beetje goede wil kan men dus zeggen dat de torens van Benthuizen en Zwammerdam ook bewaard zijn gebleven.

 

TEKST: RUTGER NIJHOF

 

BEZOEKEN

De watertorens van Hazerswoude-Rijndijk (Rijndijk 127) en Boskoop (Zijde 442).

VERDER LEZEN

Pauline Houwink, Watertorens in Nederland (1586-1915) (Nieuwkoop 1973).

Gedenkboek der waterleiding te Alphen aan den Rijn 1903-1928 (Alphen aan den Rijn 1928).