Tafeltennisser Bettine Vriesekoop

Anderhalve eeuw sport

In 1999 werd tafeltennisser Bettine Vriesekoop (1961) uitgeroepen tot ‘Speelster van de Eeuw’. En terecht. Deze boerendochter uit Hazerswoude-Rijndijk veroverde gedurende haar carrière talloze tafeltennistitels en haalde in 1988 tijdens de Olympische Spelen van Seoul de kwartfinale. Vriesekoop is maar een van de vele succesvolle sporters die in de dorpen van de huidige gemeente actief zijn geweest.

Een opmerkelijk bericht uit 2017: de Hazerswoudse tafeltennisclub Avanti had Bettine Vriesekoop gestrikt als jeugdtrainer. Hiermee was de cirkel rond, want bij Avanti had zij in de jaren tachtig grote successen behaald. Zo was ze in die jaren Europees kampioen enkelspel (1982) en won ze tweemaal het belangrijke toernooi Top-12 (1982 en 1985). 

Die successen kwamen niet vanzelf. Haar trainer Gerard Bakker eiste dat zij ‘alles’ gaf voor haar sport. Dat ging zo ver, dat ze kort na de Olympische Spelen van 1988 besloot te stoppen. Ze wilde onder Bakkers ‘juk’ vandaan, vertelde ze later: ‘Ik moest altijd mezelf wegcijferen, mijn gevoel onderdrukken.’

Toch pakte Vriesekoop haar batje weer op en behaalde zij nog een Europese titel (1992). In 1999, zo’n kwart eeuw nadat ze als talentje was begonnen, zette ze er écht een punt achter. Daarna ging ze andere dingen doen: ze was Chinacorrespondent voor dagblad NRC, schreef boeken en gaf beweegclinics voor ouderen én – uiteraard – tafeltennisles.

 

Vrije tijd

Toen Vriesekoop haar glansrijke loopbaan begon, was sporten in clubverband heel gewoon. Eind negentiende eeuw was dat wel anders. Boeren en arbeiders hielden soms wel wedstrijdjes, maar dat deden ze informeel, wanneer ze er zin in hadden. Het waren vooral de beter gesitueerden en studenten die genoeg vrije tijd hadden om officiële wedstrijden uit te schrijven en sportverenigingen op te richten.

In dit waterrijke gebied begon dat niet toevallig met de watersport. In 1881 hielden enige heren de eerste zeilwedstrijd op het Braassemermeer en roeiwedstrijden op de Oude Rijn bij ’s Molenaarsbrug. Een jaar later werd de Alphense Zeil- en Roeivereeniging Hollandia opgericht.

De roeiwedstrijden van Hollandia op de Oude Rijn bleven een eeuw lang een begrip, ook al door de beruchte bocht in het parcours. Roeiers kwamen van heinde en verre. Het terras van het toenmalige hotel ’s Molenaarsbrug zat steevast tjokvol en veel mensen dobberden in bootjes op de Oude Rijn om niets van het spektakel te missen. Na ruim een eeuw verplaatste Hollandia de zeilwedstrijden naar het IJsselmeer. Uiteindelijk ging het roeien naar het Amsterdamse Bos.

 

Kegelbaan

Niet alleen roeien bleek rond 1900 populair, ook tennis en voetbal waren in trek. In 1907 richtten jongeren de Alphense club Tennissen En Anders Niet (TEAN) op. Ze begonnen op een kegel- en kolfbaan achter hotel De Vergulde Wagen. Na enkele verhuizingen belandde TEAN op het huidige tennispark aan de rand van het Bospark. Dat was vanaf 1996 ook jaren het decor voor TEAN International. Vanwege onvoldoende (sponsor)budget is dat toernooi na 2017 niet meer gehouden. 

In 1909, twee jaar na de oprichting van TEAN, was de eerste Alphense voetbalclub een feit: AVV Alphen. Eigenlijk wilden de oprichters Door Vereeniging Sterk als naam, maar de afkorting DVS bestond al en dus greep de voetbalbond in. Tien jaar later overkwam de oprichters van het huidige Alphia hetzelfde: er moest een streep door de naam DIOS (Doelpunten Is Ons Streven). Weer iets later werden de voetbalclubs opgericht die nu in Alphen aan den Rijn de grootste zijn: ARC (Alphense Racing Club, 1927) en Alphense Boys (1930). De Boys, mede opgericht door een kapelaan, stonden bekend als ‘de papen’. 

Net als TEAN moesten de voetbalclubs soms verhuizen. AVV Alphen begon aan de Hofzichtstraat, voetbalde later aan de Van Boetzelaerstraat, achter het Bospark en tegenwoordig aan de Sportlaan (De Bijlen). Op die laatste plek zaten op zeker moment alle vier de voetbalclubs. Dat werd te krap. Dus werd een nieuw sportpark aangelegd: Zegersloot. Daar zagen in 1990 liefst 10.000 kijkers ARC de degens kruisen met Oranje. Acht jaar later was ARC kampioen op het hoogste amateurniveau. De bekendste voetballer die ARC heeft voortgebracht, is John Heitinga (1983). Hij speelde vanaf 1990 onder meer bij Ajax en speelde maar liefst 87 interlands. Bij ARC vindt sinds 2005 het Heitinga-jeugdtoernooi plaats.

Niet alleen in Alphen aan den Rijn, maar ook in de omliggende dorpen werden voetbalclubs opgericht. Zoals in 1913 de Boskoopse Voetbalvereniging (BVV, nu Floreant). Andere dorpen volgden: Koudekerk (1938), Hazerswoude-Dorp (Hazerswoudse Boys, 1943), Hazerswoude-Rijndijk (Bernardus, 1947) en Zwammerdam (1948). Voetbalclub Aarlanderveen bestaat sinds 1966. Het oprichtingsjaar van BSC’68 uit Benthuizen laat zich gemakkelijk raden.

 

De 20 van Alphen

In de twintigste eeuw was voetbal hier veruit de populairste sport. Maar ook voor andere sporten groeide de belangstelling.

Al in 1926 was de Alphense Zwem Club (AZC) opgericht. Vooral in waterpolo zou de club naam maken: de mannen waren zestien keer landskampioen en speelden (en verloren) tweemaal de finale van de Europa Cup. In 2004 werd in Alphen aan den Rijn het eerste waterpolo-opleidingscentrum (WOC) in ons land geopend. 

In 1936 kreeg Alphen aan den Rijn een eigen atletiekvereniging: AAV’36. Sinds 1953 is die club organisator van De 20 van Alphen, de hardloopwedstrijd op de weg waarmee het seizoen in Nederland wordt geopend. Het is het grootste sportevenement in Alphen aan den Rijn en trekt jaarlijks tussen de 5000 en 10.000 deelnemers. Boskoop kent atletiekvereniging AV’47, waar beroepsatlete Maureen Koster ‘het vak leerde’.

Na 1960 kwamen allerlei andere sporten op, zoals tafeltennis bij Avanti in Hazerswoude-Dorp (sinds 1961). Liefhebbers van de schermsport konden vanaf 1969 terecht bij Zaal Kardolus in Benthuizen, gerund door vijfvoudig Nederlands kampioen sabel Kasper Kardolus. Een andere ‘kleine’ sport die groot werd in Alphen aan den Rijn, is American football. De Alphen Eagles, opgericht in 1985, werden al driemaal landskampioen.

Alles bij elkaar hebben heel wat inwoners in de loop der jaren grote sportprestaties geleverd. Onder hen nationale en internationale vedetten, zoals tennisser Tom Okker uit Hazerswoude-Dorp en Henk Angenent, die in Alphen aan den Rijn woonde toen hij in 1997 de Elfstedentocht won. Maar geen van hen schopte het in zijn discipline tot sporter van de eeuw. Die eer was voorbehouden aan Bettine Vriesekoop.

 

TEKST: JAN BELT

 

BEZOEKEN

  • Wall of fame in de Limeshal (Kees Mustersstraat 8, Alphen aan den Rijn). Voor wie meer wil weten over de Alphense sporthistorie.
  • Van de vroegere sportaccommodaties is in het straatbeeld nu weinig meer te zien.

VERDER LEZEN

Alje Kamphuis, Bettine. Overwinnen, overleven (Amsterdam 2003).

Huub Snoep, Henk Angenent. Een onbegrepen doordouwer (Voorhout 2009).

TEAN. 100 jaar Tennissen En Anders Niet (Alphen aan den Rijn 2007).

Martin Vriesema, Extreem. Het ware tennisleven van Martin Verkerk (Amsterdam 2014).