2. Hoog en Droog

Leven op de wierden

Vanaf ongeveer 600 BCE werpen boeren aan de waddenkust wierden op. Ook als de zee heel hoog komt houden ze op deze heuvels van zeeklei en mest meestal droge voeten. Op deze wierden en de kwelders eromheen doen ze aan landbouw en veeteelt. Ook vissen ze en drijven ze handel. Eeuwenlang is er veel bedrijvigheid op de wierden, maar om onbekende redenen trekken de bewoners in de vierde eeuw in de gangbare jaartelling (CE) weg. Een enkele wierde, zoals die van Ezinge, blijft vanaf de late steentijd tot aan nu voortdurend bewoond. Daarmee is het dorpje Ezinge bijna net zo oud als de stad Rome.

Wierden

Het waddengebied is een overgangsgebied tussen zee en land. Door getijde-bewegingen (eb en vloed) laat de zee slib achter. Het land slibt langzaam op en er ontstaan kwelders. Door storm en de stijging van de zeespiegel slaat dat nieuwe land soms ook snel weer weg. Vanaf ongeveer 600 BCE gaan landbouwers aan de noordelijke kust zelf aan landvorming doen. Met het slib en slik van de zee en met de mest van hun dieren bouwen ze langzaam heuvels op. Op deze wierden houden ze droge voeten als de zee woest is of weer hoger wordt. Op hun zelfgemaakte eilanden kunnen ze hun leven als boeren en vissers ook bij hoogwater voortzetten. De Griekse zeevaarder Pythias van Massalia beschrijft de bewoners van de waddenkust rond 325 BCE als ‘wonend tussen land en zee’ en stelt vast dat ze handelen in barnsteen dat aanspoelt op de kust.

De afstammelingen van de hunebedbouwers blijven dus in het noorden van wat nu het Westerkwartier is. Voor of in de Romeinse tijd ontstaan zo op Middag de wierden van Beswerd, Brillerij, Ezinge, Feerwerd, Fransum, Garnwerd, Hekkum, Joeswerd, Krassum, Oostum en Suttum. Op Humsterland ontstaan de wierden van Aalsum, Balmahuizen, Barnwerd, Enum, Englum, Frytum (ook bekend als Meerwerd), Kernwerd, Niehove, Oldehove, Roetsum en Saaksum.

Eeuwenlang doen mensen rondom deze kunstmatige heuvels aan landbouw, tuinbouw en visserij en drijven handel. Om onbekende redenen verlaten zij de meeste wierden In de 4e eeuw CE. Een enkele wierde, zoals die van Ezinge, blijft vanaf 600 BCE aldoor bewoond. Dit dorp in het Nationaal Landschap Middag-Humsterland is daarmee maar net iets jonger dan de stad Rome.

Friezen

De Romeinen noemen de bewoners van dit kustgebied Frisii. Het is onduidelijk waar die benaming vandaan komt: het zouden - naar het Latijn - ‘mensen met krullen’ kunnen zijn. Ook kan het oud-Germaans zijn voor ‘vrije mensen’. Deze Friezen spreken een Germaanse taal maar sporen van Germaanse Goden vinden we in deze tijd aan de Waddenkust nog niet. Soms begraven of verbranden ze hun doden, maar ook leggen ze die buiten de wierde om te vergaan. Tot in de 2e eeuw CE verzamelen en bewerken de bewoners van de wierden beenderen en schedels van hun voorouders die zo zijn vergaan om die thuis te vereren. Daarna gaan ze die buiten die wierde begraven.

 

Thematische lijnen

  1. Leven in een kwetsbare delta - Nederland waterland
  2. Wat geeft betekenis? - zingeving en levensbeschouwing
  3. Wat weten wij? - kennis, wetenschap en innovatie
  4. Knooppunt van verbindingen – wereldeconomie

Verwijzingen

Educatief materiaal