33. Molukkers in Marum

Direct na de Tweede Wereldoorlog breekt er in Indonesië een nieuwe oorlog uit. Nederland wil haar kolonie in de Oost niet opgeven, maar doet dat onder druk van andere landen eind 1949 toch. Inwoners van de Molukken die mee hebben gestreden aan de kant van de Nederlanders richten in 1950 een eigen land op, de Republik Maluku Selatan (RMS). De regering van Indonesië staat dat niet toe. De Nederlandse regering haalt in 1951 Molukse militairen met hun gezinnen naar Nederland. Daar wonen ze verspreid over het land lang in kampen, onder andere in Nuis. Tot op de dag van vandaag woont in het naburige Marum een Molukse gemeenschap

Na de overgave van Japan in augustus 1945 breekt er in Indonesië een nieuwe oorlog uit. Een nationalistische beweging verklaart het land onafhankelijk, maar Nederland wil weer de baas zijn in de kolonie. De strijd duurt bijna vijf jaar en er vallen duizenden slachtoffers. Onder druk van onder andere de Verenigde Staten geeft Nederland in 1949 toe. 

Republiek

Veel inwoners van het eiland Ambon en de Molukken vechten in de oorlog mee met het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Zij willen geen deel uitmaken van de eenheidsstaat Indonesië en roepen in 1950 een eigen land uit: de Republik Maluku Selatan (RMS). De Indonesische regering staat dat niet toe en stuurt militairen. De regering in Den Haag haalt in 1951 5000 Molukse militairen met hun gezinnen naar Nederland – in totaal zo’n 12.500 mensen - in de hoop dat er nog een oplossing komt. Bij aankomst in Nederland worden de soldaten tot hun verbijstering ontslagen uit de landmacht. Verspreid over het land worden de Molukkers ondergebracht in kampen – waaronder ook vroegere concentratiekampen.

Kamp Nuis

Tweehonderdvijftig Ambonezen of Molukkers komen terecht in een barakkenkamp in Nuis. Het is in 1941 gebouwd voor de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD), waar jongens in de oorlog een soort militaire training hebben gekregen. Na de oorlog is het een tijdje een interneringskamp voor mensen die met de Duitsers hebben samengewerkt en een jeugdgevangenis. Voor de Molukkers is de aanblik van de kampen – ook dat in Nuis – een koude douche: moeten ze hier echt in gaan wonen? Maar iets is beter dan niets, en bovendien denken ze dat ze snel weer terug zullen keren…. Ook de regering gaat daar van uit: het is niet de bedoeling dat de Molukkers zullen ‘vernederlandsen’. Kamp Nuis bestaat uit barakken en gemeenschappelijke voorzieningen. Kinderen vinden het er niet ongezellig, want er zijn veel speelkameraadjes en de onderlinge banden zijn hecht. Er is een centrale keuken en een gemeenschappelijk badhuis. Maar ze herinneren zich ook hun teleurgestelde en boze ouders.

Radicaal

Eind jaren 1950 wil de regering de kampen afbreken en nieuwe woningen bouwen. Daar is verzet tegen: de terugkeer naar Ambon lijkt zo steeds meer een onhaalbare droom. Maar een nieuwe, eigen wijk in Marum heeft ook voordelen. In 1964 wordt het kamp gesloten en verhuizen alle inwoners naar hun eigen Molukse wijk in Marum. Toch voelen de Molukkers zich in de steek gelaten. Waarom helpt Nederland hen niet om een eigen land op te bouwen? Kinderen van de tweede generatie leven tussen twee werelden in: die van hun boze en gefrustreerde ouders en die van hun Nederlandse omgeving. In de jaren 1970 radicaliseren sommigen en gaan over tot geweld. Molukse jongeren kapen treinen, gijzelen mensen en vragen daarmee aandacht voor de Molukse zaak. Daar vallen doden bij. Ook in Marum worden Molukkers daarop aangekeken – de Binnenlandse Veiligheidsdienst houdt ze in de gaten.

Geleidelijk integreert de tweede en derde generatie Ambonezen in Nederland. Ze vinden werk, trouwen, stichten gezinnen. Toch geven ze hun idealen en hun droom van een eigen staat op de Molukken niet op. Met een eigen stichting Talitha Kumi proberen ze in Marum de Molukse geschiedenis en cultuur te beschermen.

Leed

In 2009 brengt koningin Maxima een bezoek aan de Molukse wijk in Marum, die net gerenoveerd is. Nog steeds wonen daar zo’n 250 nazaten van de militairen die in 1951 naar Nederland zijn gekomen. Ook bezoekt ze er een tentoonstelling over ‘Molukkers in Nederland’. In 2010 wordt in Marum een beeld onthuld van de kunstenaar Gert Sennema: Tante Ambon. Ze draagt een koffer, maar waar reist ze heen? Ze weet niet wat haar te wachten staat. Het beeld symboliseert de vrouwen van de KNIL-soldaten.

In 2021 vragen diverse burgemeesters aan de regering om het leed van de Molukkers te erkennen en met hulp over de brug te komen. Het is dan 70 jaar geleden dat ze in Nederland zijn aangekomen. De Molukkers in Marum zijn, zo zeggen ze in de krant, blij met de oproep van de burgemeesters maar het is nog wel afwachten wat zo’n oproep in de praktijk betekent. De gemeente Westerkwartier verleent de graven van vroegere KNIL-militairen en hun echtgenotes in Marum en Nuis in 2024 een bijzondere status: zij zal er voor zorgen dat ze onderhouden en behouden blijven. Ook adviseert een commissie in 2023 aan de regering dat leerlingen op school meer moeten leren over de geschiedenis van Nederlands-Indië, inclusief het verhaal van de Molukkers.

 

Thematische lijnen

  1. Wat geeft betekenis? - zingeving en levensbeschouwing
  2. Woord en beeld verbinden - taal, kunst en cultuur
  3. Wie telt er mee? - sociale (on)gelijkheid
  4. Wie bestuurt er? - politiek en samenleving

Verwijzingen