Voor 930
In de middeleeuwen viel “Leithon, Leitherdorpe” onder het gezag van de bisschop van de kerk van Sint Maarten, de huidige Domkerk, in Utrecht. De parochie Leiderdorp (het grondgebied van de bisschop van Utrecht) strekte zich toen ook nog ver uit naar het westen, inclusief de Burcht in Leiden. Leiderdorp ging rond het jaar 1000 over in de handen van de graaf van Holland.
930 tot 1597
Het graafschap Holland was in de middeleeuwen verdeeld in ambachten (ambachtsheerlijkheden), de kleinste bestuurseenheden op het platteland. In zo’n rechts- of ambtsgebied stelde de landsheer een ambachtsheer aan voor bestuur, wetgeving en rechtspraak. De ambachtsheer liet de uitvoering meestal over aan een door hem benoemde schout. De heer had onder meer recht op inkomsten uit allerlei heffingen. Oorspronkelijk waren de ambachtsheerlijkheden in handen van edellieden. In de 14e eeuw was Dirc van Wassenaar ambachtsheer van Leiderdorp. In de tijd van het Spaanse beleg was de laatste ambachtsheer graaf Philip de Ligne.
1597 - 1795
Na Leidens ontzet reisde een Leidse delegatie naar graaf de Ligne in Henegouwen. De delegatie kreeg hem in 1582 zover zijn Leidse onroerend goed te verkopen. Vervolgens vroeg Leiden in 1583 aan stadhouder Willem van Oranje om het leen (bestuur van) Leiderdorp van hem te krijgen. Deze stuurde het verzoek door naar de Staten van Holland, waar het een slepende zaak werd. Er waren grote geschenken aan Johan van Oldenbarnevelt voor nodig om de zaak vlot te trekken en Pieter van der Does te bewegen zijn schoutambt op te geven. Uiteindelijk kreeg in 1597 Leiden de ambachtsheerlijke rechten van Leiderdorp in handen en benoemde de stad voortaan de schout en schepenen, ambachtsbewaarders, secretaris en bode van Leiderdorp.
1795 - heden
Dit duurde tot 1795, toen ten tijde van de Bataafse Republiek de bestuurlijke organisatie veranderde. In heel Nederland werden naar Frans voorbeeld zogenaamde municipaliteiten opgericht, de voorlopers van de huidige gemeenten. Leiderdorp werd in die periode zelfstandig. Er kwam een nieuw dorpsbestuur, onafhankelijk van Leiden.
Het bestuur/gerecht van Leiderdorp vergaderde in de 17e eeuw veelal in herberg “Het Haasje”, bij de Doesbrug. Sinds 1846 huurde de gemeente twee voorkamers in het huis van burgemeester Hubrecht bij de Doesbrug om te gebruiken als Regtkamer en secretarie. In1868 betrok de gemeente het eerste officiële raadhuis in de Kerkwijk op het Tielemanslaantje, bij het Leiderdorpse tolhek aan de Hoofdstraat 1-3. In 1934 noodzaakte ruimtegebrek tot uitbreiding van het bestaande pand, later ook naar Hoofdstraat 6. In 1979 verhuisde de gemeente naar nieuwbouw aan de Statendaalder naast de Winkelhof. In 2012 volgde het vertrek naar het huidige gemeentehuis aan de Willem-Alexanderlaan.