Stagnatie
Tijdens de Tweede Wereldoorlog stagneerde de nieuwbouw volledig. De plannen voor arbeiderswoningen aan de Achterstraat (de huidige Nassaustraat) lagen wel klaar, maar het was de Rijksoverheid die bepaalde wat er ging gebeuren. Er moest aan alle kanten bezuinigd worden en dat had gevolgen voor de kwaliteit. Om veel mensen te kunnen herbergen, werd overgegaan tot het stapelen van woningen, zogenaamde duplexwoningen. In dit Achterstraatkwartier, later Schilderskwartier genoemd, was de kwaliteit van de woningen dermate slecht (vocht, scheuren, kieren en verstoppingen) dat er een actiecomité werd opgericht, maar de stroom van klachten hield desondanks jarenlang aan. Door renovatie en aanpassingen zijn de huizen uiteindelijk kwalitatief verbeterd.
Toenemende vraag
De vraag naar woningen bleef voortduren. Vanaf 1954 werd de grond tussen de Dr. Ariënslaan en de Klokjeslaan bouwrijp gemaakt voor de bouw van de Schildersbuurt. Woningzoekenden moesten toen nog wel ‘economisch gebonden’ zijn aan de gemeente. Dit werd meer een nieuwbouwwijk waar de gemiddelde woningzoekende iets van zijn gading kon vinden: veel meer laagbouw en de bovenwoningen kregen per twee een trap.
Bouwwoede
Het einde van de bouwwoede was nog lang niet in zicht. Het bouwland aan de overkant van wat nu de Dr. Plesmanlaan is, werd ook bebouwd, evenals het stuk tussen de verlengde Dr. Ariënslaan en de Klokjeslaan. Men had nu de Zogwetering bereikt met de Staatsliedenbuurt. De aandacht verplaatste zich steeds meer van hoogbouw naar laagbouw. De nieuwbouw ten noorden van de Dr. Plesmanlaan tussen de Dr. Ariënslaan en de Klokjeslaan werd vernoemd naar onze zeehelden uit de Gouden Eeuw. Dit was zeker niet het einde, want vanaf 1970 begon de bouw van Maarssenbroek. Zie het aparte venster daarover.
Zogwetering
Twintig jaar geleden is het stuk boomgaard tussen de wijk Peerlenburgh en de Machinekade bijna geheel volgebouwd met de nieuwe, luxere wijk Zogwetering. De plek van de boerderij Zwanenburg in de Lanen is inmiddels ook opgeofferd voor een piepklein wijkje. Ook het laatste stukje land langs Zogwetering tussen de Diependaalsedijk en de Machinekade staat nu op de nominatie voor woningbouw.
Nieuwbouwwijken
Aan de rij nieuwbouwwijken lijkt maar geen einde te komen. Achtereenvolgens zagen we ontstaan: De Reizende Man, Zandweg-Oostwaard, de Componistenbuurt en op de gesaneerde grond van de ACF de wijk OpBuuren, aan beide zijden van de Vecht. Ook aan weerszijden van de oprit naar de Maarsserbrug verschenen aan de Maarssense kant twee nieuwe wijken: De Nieuwe Friezenbuurt met straatnamen van burgemeesters en schilders en Waterstede. Aan het kanaal verscheen achter Snavelburg een klein wijkje. De koophuizen overheersen het aanbod in de tegenwoordige nieuwbouwwijken en er is ook geen sprake meer van de voorwaarde ‘economische gebondenheid’.
Nieuwe stukjes bouwgrond
Steeds vond men weer een stuk(je) grond dat bebouwd kon worden. Denk aan de wijk Witte van Scholten, de woningbouw op het terrein van de afgebroken Sandersschool, het land van boer Kroon aan de Bolensteinsestraat, de appartementen aan het Harmonieplein, de nieuwe herenhuizen op de hoek van de Raadhuisstraat/Kerkweg, het appartementengebouw op de plek van de afgebroken brandweergarage, ook op de hoek Breedstraat/Parkweg verrezen appartementen en op het terrein van het politiebureau en de Ariënsschool staan nu appartementengebouwen. Ook zijn er vergevorderde plannen voor bebouwing van het terrein van de vroegere garage Mastenbroek en het terrein van Bammens.
De vraag blijft: waar kunnen we nog bouwen? Ook het gebied ten noordoosten van de Zogwetering en wellicht de polder Otterspoor lopen het risico om in aanmerking te komen voor woningbouw...