Verschillende politieke stromingen waren sterk verdeeld over de kwestie van het algemeen kiesrecht voor mannen, wat vooral bij de liberalen en socialisten speelden. De religieuzen partijen gebruikten deze strijd uiteindelijk als belangrijkste machtsmiddel. Zij gingen akkoord met de invoering van het algemeen kiesrecht voor mannen en inruil daarvoor kregen ze een wet waarin vastgesteld stond dat er gelijkstelling kwam voor bijzonder- en openbaar onderwijs. Deze ruil werd de “de Pacificatie van 1917” genoemd.
De Pacificatie van 1917 heeft ervoor gezorgd dat er algemeen kiesrecht voor mannen vanaf drieëntwintig jaar werd ingevoerd en de Pacificatie heeft een einde gemaakt aan de jarenlange schoolstrijd. Twee jaar later volgende ook nog eens het algemeen vrouwenkiesrecht. Na de herziening en wijziging van de Grondwet kregen alle onderwijzen voortaan financiële steun van de overheid.
Bij de Pacificatie werd het districtenstelsel vervangen door een evenredige verantwoording. Dit wilde zeggen dat er niet meer per district werd gekozen, maar dat het aantal zetels afhankelijk was van hoeveel stemmen er landelijk behaald werden. Om tot deze pacificatie te komen, was er overleg tussen leiders uit verschillende zuilen.
De Pacificatie van 1917 heeft dus een bijdrage geleverd aan de Rechtsstaat en de Parlementaire democratie, omdat dit leidde tot algemeen kiesrecht voor mannen en een gelijkwaardigheid onder bijzonder- en openbaar onderwijs.