Het politieke karakter van EBRD's mandaat is met name gebaseerd op Artikel 1 van de statuten (de zogenoemde Agreement Establishing the EBRD). Dat artikel stelt dat de Bank alleen activiteiten mag uitvoeren in lidstaten, die gecommitteerd zijn aan de uitgangspunten van meerpartijen-democratie, pluralisme en de markteconomie en die ook toepassing geven aan deze uitgangspunten.
In de eerste jaren was er in een aantal operatielanden het nodige aan te merken op de manier waarop men in deze landen omging met democratische beginselen en persvrijheid. Dat gold zeker voor een land als Wit-Rusland en een aantal landen in Centraal-Azië. Het compromis tussen de rekkelijken en de preciezen in deze kwestie was operatielanden te classificeren als landen op weg naar een meerpartijen-democratie ("countries on their way towards a multiparty democracy". Met deze formulering stond het politieke mandaat niet onmiddellijk in de weg voor de operationele activiteiten van de bank.
In het eerste decennium van de nieuwe eeuw ging de schoen van het politieke mandaat evenwel steeds meer wringen. Het antwoord van de bank en haar aandeelhouders was introductie van de zogenoemde calibrated approach bij het vormgeven van meerjarenprogramma's per land (Country Strategies). Deze calibrated approach hield in dat omvang en aard van het programma van de bank in het betreffende land werd afgestemd op de voortgang in de politieke en economische hervormingen in het land. Deze afstemming werd gedaan aan de hand van een aantal politieke en economische referentiepunten ("benchmarks"). Actieve beleidsdialoog met de betreffende autoriteiten en met het maatschappelijk middenveld in dat land was onderdeel van de approach. De calibrated approach is feitelijk toegepast m.b.t. twee landen, Wit-Rusland en Toerkmenistan. Voor een voorbeeld van toepassing van deze approach, zie de Country Strategy voor Wit-Rusland in 2009.
In het volgende decennium werd de behoefte aan specifiek formeel beleid m.b.t. toepassing van het politieke mandaat bij sommige aandeelhouders (zoals Nederland) steeds sterker. Dit leidde in 2013 tot formele goedkeuring door de Raad van Bewindvoerders van een actualisering van de procedures m.b.t. de Political Aspects of the Mandate of the EBRD. In dit beleidsstuk werden de factoren voor het beoordelen van voortgang in politieke hervormingen in een land expliciet vastgelegd . Deze factoren, toe te passen op alle operatielanden, werden gegroepeerd in vier categorieën:
- vrije verkiezingen en representatief bestuur
- maatschappelijk middenveld, media en partricipatie
- de rechtsstaat en toegang tot de rechtspraak
- burgerlijke en politieke rechten.
In 2018 volgde een verdere aanscherping van het beleid m.b.t. de zogeheten Compliance Statements met de politieke uitgangspunten van artikel 1. Deze Statements waren in de praktijk te simplistisch (wel of niet in compliance) om geloofwaardig te zijn. Het aangescherpte beleid laat verschillende grijstinten toe in de beoordeling per land. Op basis daarvan kiest de bank een more for more (of omgekeerd less for less) benadering in reactie op belangrijke verschuivingen in de politieke situatie in een land.
Het is in de loop der jaren steeds de opstelling van de Nederlandse regering geweest om actief invulling te geven aan het politieke mandaat van de EBRD. Wel werd deze opstelling als regel afgestemd met de andere EU lidstaten.