Slavernij
Slavernij
Nederlanders vervoerden honderden Afrikanen naar Amerika, waar een keihard bestaan wachtte.
De tot slaaf gemaakten moesten voor niets de katoen, tabak en suiker verbouwen waar Europese handelaren goud geld aan verdienen. In 1863 werd de slavernij verboden.
Sinds de grote oversteek door Columbus in 1492 vestigden zich Europeanen in wat de Nieuwe Wereld werd genoemd, ten koste van de inheemse bevolking. De Portugezen begonnen met rietsuikerplantages in Brazilië, en lieten die bewerken door slaven uit Afrika. Aan het einde van de achttiende eeuw nam de verontwaardiging over de slavenhandel toe. Ook in Nederland, al overheersten in de discussies vaak de belangen van de slavenhouders.
Onder druk van de Engelsen werd de slavenhandel in 1814 verboden. Pas op 1 juli 1863 volgde in Nederland.
De afschaffing van slavenarbeid en slavernij. Als een van de laatste landen in Europa.