Tussen koloniaal- en ontwikkelingsbeleid

Nederlands-Nieuw-Guinea

De eerste periode van Nederlandse ontwikkelingssamenwerking is te dateren van 1945 tot 1965 (Hoebink 2006). In deze periode is ontwikkelingssamenwerking een klein programma met klein budget voornamelijk gefocust op de Nederlandse koloniën en andere afhankelijke gebieden. Het beleid hinkte nog tussen koloniaal beleid en nieuwere formuleringen van ontwikkelingsbeleid.

Nederlands-Nieuw-Guinea was van 1949 tot 1962 een overzees gebiedsdeel van Nederland. Na de overdracht van soevereiniteit aan Indonesië behield Nederland dit gebied. Het doel van Nederland was tweedelig. Aan de ene kant wilde Nederland Nieuw-Guinea gebruiken als Nederlandse invloedssfeer. Aan de andere kant wilde het Nieuw-Guinea ontwikkelen en de bevolking emanciperen om zo te bewijzen dat Nederland als koloniale mogendheid niet had gefaald.

Nederland gaf snel gehoor aan de afkondiging van de 'Point Four' van president Truman, dit wordt gezien als het begin van moderne ontwikkelingssamenwerking. Mede omdat hiermee de tropendeskundigheid, die men in Indië had opgebouwd, kon worden ingezet.

In 1962 vond er een afwikkeling plaats van het Nederlands-Indonesisch geschil over Nieuw-Guinea.

Extra informatie en bronnen: 

NICC collectie: 

  • A07512: Een daad van vrije keuze. De Papoea's van westelijk Nieuw-Guinea en de grenzen van het zelfbeschikkingsrecht, P.J. Drooglever (2005).

Video's: