De lijkweg

Er liep een "Lijkwech" van Zutphen naar het goed "Nyenhuysinck optenn Goeyhe" in het kerspel Hengelo

Al voeren er meerdere en kortere wegen naar het kerkhof, zo zal steeds slechts één, die hiervoor van ouds is aangewezen gebruikt worden. Elk dorp had vroeger zijn lijkweg, al was er een kortere toch bleef men steeds de lijkweg volgen. Gewoonlijk kiest men een andere weg om terug te keren om de ziel van de overledene te misleiden, opdat hij de familie niet volgen zal. (Grolman)

Volgens stukken in het archief van K.O. Meinsma is in 1563 vastgelegd dat er een "Lijkwech" van Zutphen naar het goed "Nyenhuysinck optenn Goeyhe" in het kerspel Hengelo via het goed Luttinghe Geeltinck liep. 

Na de begrafenisplechtigheden in de kerk, of wel terstond vanaf het sterfhuis, wordt de kist op kar of wagen gezet en rijden zwarte paarden de dode ter laatste rustplaats. De naaste buurman moet het lijk rijden, en de regel geldt, dat wie de bruidswagen rijdt, ook de doden ter rustplaats moet brengen. De te volgen weg, die volgens oude gewoonte voor iedere buurt en hoeve vast staat is in Overijssel, Drenthe, Gelderland, Friesland algemeen de lijkweg, ook wel noodweg of reeweg genaamd. Hij wordt uitsluitend genomen bij het doopsel, huwelijk en begrafenis.

Bronnen:

http://www.benhartman.nl/begrafenisrituelen/uitvaart/gewoontes-bij-kerkhof-en-graf/de-lijkweg/