Sophiabuurt
De brand legt 65 huizen en het schoolgebouw in as. De hulpverlening komt snel op gang. Er worden commissies samengesteld en belast met de zorg voor huisvesting, voeding, gezondheid, kleding en andere te verrichten werkzaamheden. Op initiatief van Graaf van Limburg Stirum wordt in heel Gelderland een inzameling gehouden. Die bracht 17.000 gulden op. Predikant Landré schrijft al in augustus 1866 een boekje over ‘de ramp van Haaften’. Hij schrijft over de hulpverlening maar ook van wanordelijkheden tijdens de bluswerkzaamheden en openbare dronkenschap. De baten van boekje en inzameling komen ten goede aan de bevolking. Met een deel hiervan worden een twintigtal woningen gebouwd. Zo ontstaat de Sophiabuurt, vernoemd naar de vrouw van de toenmalige burgemeester van Haaften, M.N.J. Dutry. Tussen 1972 en 1980 wordt deze buurt afgebroken.
Situatie op 9 juni 1866
In het boekje van Landré staat een overzichtskaartje waarop te zien is waar de brand ontstaan is (punt g). Ook hoe dicht de huizen op elkaar staan met daar tussenin hooimijten. Er zijn veel takkenbossen en gekloofd hout, dat in het voorjaar geveld was, aanwezig. Het is al dagen aanhoudend droog, rond de 33 graden en nagenoeg windstil. Hoe de brand ontstaan is, is onbekend. Van opzet lijkt geen sprake want de winkelier van waaruit het vuur begint is slecht verzekerd hij moet zich met vrouw en kinderen in veiligheid stellen. Er zijn weinig mannen aanwezig, ze zijn op het veld aan het werk. Bij het horen van de klok spoedt men zich snel richting eigen huis. De brandspuit moet verscheidene keren van plaats verwisselen omdat ze het vuur eerder aanwakkert dan blust.
Chaotische hulpverlening
Door een samenloop van omstandigheden verloopt de hulpverlening chaotisch. Zo is de burgemeester op huwelijksreis, hij wordt middels een telegram op de hoogte gesteld. Het perceel naast het eerst brandende huis is van de wethouder. Deze moet belangrijke papieren en andere zaken in veiligheid brengen. Hierdoor kan hij geen leidinggeven bij het blussen van de brand. Het duurt drie dagen voordat de brand geblust is.
Spoedvergadering van de gemeenteraad
Zondag 10 juni 1866 komt de gemeenteraad van Haaften in een bijzondere vergadering bijeen. De voorzitter vraagt de opperbrandmeester naar het gedrag en de werkzaamheden van de brandmeesters en spuitgasten. Hij vraagt ook of het brandwezen in orde was, hebbende het tegendeel gehoord. Hierop wordt geantwoord dat alles goed is afgelopen. Er wordt terstond een verordening vastgesteld waarbij geboden wordt, dat alle gebouwen (uitgenomen hooibergen) voortaan zullen moeten worden gedekt met pannen, leien, ijzer of zink.
Herdenkingsmonument
Ter herinnering aan de brand is in 1966 door Jan Willem Raedecker (1924-2009) het beeld van het ‘monument van Haaften’ gemaakt. Het komt in de tuin van het gemeentelijk kantoor aan de Koningsstraat te staan. Raedecker, zoon van een bekende beeldhouwer, die onder andere het monument op de Dam heeft gemaakt, woont van 1961 tot 1973 in de oude pastorie van Tuil en laat zich voor zijn werk inspireren door de omgeving. In 2021 werd het kunstwerk tijdelijk opgeslagen totdat er een nieuwe plek voor werd gevonden in Haaften. Op 18 juli 2024 is het herstelde monument naast de muziektent aan de Molenstraat geplaatst.
Bronnen:
- Ds. J.E.G. Landré: de ramp te Haaften in 1866. Een geschiedkundige bijdrage over Haaften.
- De Toren, weekblad voor de Bommelerwaard 1972-05-11; p.1 met foto Sophiabuurt van C.H.A. de Kock.
- RAR: Gemeentearchief Haaften nr. 1226.
Rechten
Karine van Drunen, CC-BY-NC