Burgemeester van Deil
Willem Marinus Kolff studeerde rechten in Utrecht en promoveerde met het proefschrift: ‘Historisch-staatsrechtelijk onderzoek over de dijkplichtigheid in Gelderland’. In 1914 volgde hij zijn vader op als burgemeester van Deil. De gemeente Deil bestond toen uit de dorpen Deil, Enspijk, Gellicum en Rumpt. Huis Frissestein aan de dijk in Deil diende destijds als gemeentehuis. Die naam werd in 1929, nadat de gemeente het pand had gekocht, veranderd in de Os en het Paard. Beide dieren komen voor in het wapen van Deil. Mr. W.M. Kolff huwde in 1927 met Sara Lydia Kolff maar aan dat huwelijk kwam in 1935 al een einde. In datzelfde jaar trouwde hij met Emmerentia Johanna Kolff. De beide echtgenotes waren familie, waardoor ze dezelfde achternamen hadden.
Bemiddelaar
Burgemeester Kolff was zeer diplomatiek. Toen in 1930 bij de Chamotte Unie in Geldermalsen een staking uitbrak, zou hij een paar maanden later bemiddelaar worden. De stakers eisten een loonsverhoging van 15 tot 20 procent. De daaropvolgende conferentie tussen de Algemene Werkgeversvereniging en de Vereniging van Fabrieksarbeiders leverde geen enkel resultaat op. Erger nog: de directie had al direct na het uitbreken van de staking 150 nieuwe arbeiders ingehuurd die zelfs iedere dag comfortabel per autobus naar de fabriek werden gebracht. Kortom: de onderhandelingen zaten muurvast. Kolff werd gevraagd te bemiddelen. De staking was op 16 juni 1930 begonnen en Kolff slaagde er pas in die te beëindigen op 21 augustus 1931. Alle stakers mochten weer aan het werk, maar van ook maar een kleine loonsverhoging was geen sprake.
Waterleiding
Ook in de gemeente Deil liet burgemeester Kolff staaltjes zien van zijn diplomatiek vermogen. Op 15 november 1935 zou Deil de eerste plaats in de Betuwe zijn die op de waterleiding zou worden aangesloten. Dat leidde tot enorme protesten van de bevolking. Water was tot dan toe gratis (waterputten, rivier) maar met de komst van de waterleiding zou moeten worden betaald. Kolff wist de bevolking te overtuigen van het nut ervan. De Tielsche Courant van 18 november 1935 sprak van een enorme belangstelling bij de opening van de waterleiding. Niet alleen was de halve bevolking uitgelopen, ook het dagelijks bestuur van de provincie en de hoofdingenieur van Gelderland waren aanwezig.
Verzet
Dapper was de burgemeester ook. Na de Duitse inval kwam Kolff in verzet. Hij zat in de verzetsgroep ‘Luctor et emergo’. Hij zorgde ervoor dat vele onderduikers en Joden konden ontsnappen naar Engeland of Zwitserland. Dat werd hem door de bezetter niet in dank afgenomen en op 8 augustus 1942 werd Kolff gearresteerd. Bij thuiskomst hoorde hij de telefoon gaan, sloot de voordeur niet af en een SD-Man kon ongehinderd naar binnen gaan. Kolff had niet de kans om zich in zijn geheime schuilplaats te verbergen. Hij werd afgevoerd naar cel 573 in de gevangenis van Scheveningen (het Oranjehotel), ter dood veroordeeld maar kreeg later gratie. Hij zat achtereenvolgens in de concentratiekampen Vught en Amersfoort. In oktober 1943 werd Kolff op transport gezet naar Sonnenburg, een concentratiekamp op de grens van Duitsland en Polen. Daar overleed hij op 25 januari 1944. Hij kreeg in 1953 postuum het Bronzen Kruis voor zijn heldendaden in de oorlog. Ook staat zijn naam op het verzetsmonument in Enspijk. In het gemeentehuis van de gemeente West Betuwe hangt een gedenkplaat ter herinnering aan Kolff. In Waardenburg is een waterpompstation naar hem vernoemd.
Bronnen:
- Waalbode 17-9-1930
- Tielsche Courant 28-11-1930, 18-11-1935
- Mededelingen 2012 H. Schouten ‘Een wandeling van Geldermalsen naar Leerdam’
- Mededelingen 2009 H. Schouten ‘Waterleiding Maatschappij Gelderland begon in Deil’
- Overzicht oorlogsslachtoffers gemeente West Betuwe
Rechten
Karine van Drunen, CC-BY-NC