Groep 1
Gejuich is afkomstig uit een groot stadion. Mensen schreeuwen, zingen en moedigen hun team aan.
Mees, Anne, Lise en Mats staan op een grote parkeerplaats met super moderne auto’s.
‘Een voetbalwedstrijd!’ schreeuwt Mats, wanneer hij het gejuich hoort.
Mats rent richting en stadion, gevolgd door de andere drie.
‘Dit is geen voetbalwedstrijd,’ zegt Anne verbaasd. Ze zal het echt haten als ze naar een voetbalwedstrijd moeten kijken. Daar is toch geen bal aan. Een beetje zinloos tegen een balletje aantrappen.
‘Het wereldkampioenschap van 2067 zijn begonnen,’ en de bal wordt afgetrapt.
Mees, Lise, Mats en Anne zijn terecht gekomen in de toekomst. Ze zijn bij een vernieuwde vorm van een voetbalwedstrijd. Gewone spelers zijn vervangen door robots. Overal zijn beeldschermen die in de lucht zweven. En iedereen heeft een mobieltje dat dunner is dan een velletje papier.
Maar dan valt plotseling de stroom uit. Iedereen is in paniek. Wat gebeurd er dan?
Groep 2
Nog geschrokken van de stroomuitval komen ze buiten. Alle robots zijn uitgevallen en alleen de nooddiensten rijden nog.
‘En nu,’ vraagt Lise. ‘Een voetbalwedstrijd kijken was wel het laatste wat ik deed, en nu dit?’
‘Rustig maar,’ zegt Mats. In de verte verschijnt een soort helicopter. Snel rent Mats naar deze helicopter toe.
'Kunnen we mee vliegen?’ vraagt Mats. De piloot zegt niks.
Anne weet geen oplossing te vinden. Ze zijn beland in 2067, dit heeft niks met de geschiedenis te maken.
De vier kinderen zijn beland in de toekomst, net na een robotwedstrijd van voetbal. De stroom is uitgevallen en het publiek is in paniek geraakt. Ze komen in een helicopter terecht en vliegen weg van het stadion. Ze zijn in het bagageruim gaan zitten van de helicpoter. En wat gebeurd er in die helicopter? Gaat daar alles goed? En hoe ziet die er anders uit dan een helicopter die we nu kennen?
Ze komen in een stad terecht waar alle lichten zijn uitgevallen. En wat gebeurd er dan?
Overleg ook met het andere groepje over een goeie overgang van jullie twee verhalen. Maar laat jullie verhaal aan niemand anders weten van de klas. Dit moet een geheim blijven, anders is het niet meer spannend.
Jullie gaan een verhaal schrijven van ongeveer anderhalf A4’tje lettertype Calibri 12van ongeveer 600 woorden dat in de Tweede Wereldoorlog afspeelt. Het verhaal moet historisch kloppen. Zo kunnen er geen auto’s voor komen in een verhaal dat zich afspeelt in de middeleeuwen of zijn er geen Romeinse soldaten in de Gouden Eeuw.
Bedenk altijd hoe het verhaal loopt. Beantwoord de vragen hieronder voordat je begint te schrijven.
Wie?
Waar?
Wanneer?
Wat?
Hoe?
Beschrijf kort wat jullie gaan vertellen in het begin, midden en het einde. (gebruik minimaal 30 woorden)
Maak een schets van hoe jullie tekening er uit gaat zien. Dit hoeft nog niet netjes te zijn, het is een schets.