Het nieuwe stadhuis van Alphen

Gemeentehuizen door de eeuwen heen

Een ‘Huis van de Stad’ in het nieuwe stadshart aan de Hoge Zijde – met deze opdracht begon architect Erick van Egeraat in 1997 aan het ontwerpen van het nieuwe gemeentehuis van Alphen aan den Rijn. Na de opening in 2002 spraken betrokken bestuurders en uitvoerders van ‘een spectaculair ontwerp’, dat ‘buiten de platgetreden paden treedt’ en dat ‘past binnen de ambitie van onze stad’. De architectuur van het gemeentehuis maakte zichtbaar dat het als centrum van het lokale bestuur een belangrijke functie vervulde. Binnen de huidige gemeente staan nog heel wat andere imposante raadhuizen.

Waar veel steden in Nederland beschikken over representatieve oude stadhuizen, zijn in kleinere dorpsgemeenten speciale gebouwen voor het gemeentebestuur van redelijk recente datum. Tot het midden van de negentiende eeuw was het gebruikelijk dat plaatselijke besturen vergaderden in de dorpsherberg. Dat was een voor de hand liggende locatie, omdat zittingen in principe openbaar waren en het publiek daar toch al kwam.

In Aarlanderveen vergaderde het ambachtsbestuur eerst in Het Regthuys in het dorp, maar naarmate de Lage Zijde langs de Oude Rijn belangrijker werd, nam het vaker zijn intrek in De Vergulde Wagen. In Boskoop vergaderde men in Het Wapen van Boskoop. Na een brand, waarbij de hele administratie van de gemeente verloren ging, werd deze herberg herbouwd. Andere herbergen die dienst deden als vergaderplaats waren Sint Joris (Alphen), De Jonge Swaen (Hazerswoude), De Roode Leeuw en De Vergulde Valck (beide in Koudekerk), De Star (Oudshoorn) en De Verwisseling en De Rustende Arend (beide in Zwammerdam). Benthuizen kende in de zeventiende eeuw een ‘schoutenhuis’ waar het bestuur vergaderde.

 

De eerste raadhuizen

De Gemeentewet van 1851 verplichtte gemeenten een vaste vergaderlocatie aan te wijzen. Aan bijeenkomsten in herbergen kwam met de Drankwet van 1881 definitief een einde, omdat deze verbood dat het plaatselijk bestuur vergaderde in gelegenheden waar sterke drank werd geschonken. Ondertussen ervoeren veel gemeenten ook problemen met de huisvesting van het alsmaar groeiende personeelsbestand.

Zij gingen daarom op zoek naar geschikte gebouwen voor hun activiteiten. Dat deden ze op verschillende manieren. Eén manier was een bestaand pand te huren of te kopen en dat te verbouwen. Zo betrok het gemeentebestuur van Koudekerk in 1933 buitenplaats Bijdorp aan de Dorpsstraat. De gemeente Oudshoorn liet in 1860 een woning aan de Hooftstraat tot gemeentehuis verbouwen. Het gemeentebestuur van Benthuizen was gevestigd in de voormalige onderwijzerswoning aan de Dorpsstraat aldaar.

Daarnaast gingen gemeenten ook over tot het bouwen van nieuwe gemeentehuizen. In Zwammerdam werd al in 1825 een raadhuis gebouwd; het gemeentebestuur van Aarlanderveen verhuisde in 1887 naar een nieuw raadhuis aan de Lage Zijde.

 

Imposante bouwwerken

Met de fusie van de gemeenten Aarlanderveen, Alphen en Oudshoorn in 1918 beschikte de nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn over drie raadhuizen, wat voor de werkzaamheden zeer inefficiënt was. Vanwege de nasleep van de Eerste Wereldoorlog en de economische crisis van de jaren dertig kwam het er echter niet van een nieuw raadhuis te bouwen. In 1934 overleed oud-burgemeester C.W.C.Th. Visser. Hij liet de gemeente Alphen aan den Rijn een boerderij na, waardoor er geld vrijkwam voor de bouw van een nieuw raadhuis. In 1939 werd het door architect C.J. Blaauw (1885-1947) ontworpen gebouw aan het Burgemeester Visserpark in gebruik genomen.

Kort voor de crisis waren in Hazerswoude (1926) en Boskoop (1929) al nieuwe raadhuizen tot stand gekomen, ontworpen door respectievelijk J. Dekker sr. (1893-1954) en D.L. Landman (1895-1987). Voor het ontwerp lieten zij zich inspireren door moderne stromingen in de architectuur, zoals het zakelijk expressionisme en art deco. De gebouwen worden gekenmerkt door kostbare glas-in-loodvensters en het gebruik van natuursteen. Het is niet verwonderlijk dat deze raadhuizen dan ook zijn aangewezen als gemeentelijk monument (Hazerswoude) of rijksmonument (Boskoop). Ook het raadhuis van Alphen aan den Rijn is een rijksmonument.

 

Moderne kantoorgebouwen

Door uitbreidingen van het gemeentelijke takenpakket en de bevolkingsgroei nam het ambtenarenapparaat na de Tweede Wereldoorlog fors in omvang toe en werden de raadhuizen al snel te klein. De gemeentelijke dienstverlening was vaak verspreid over verschillende locaties. Dat was niet alleen publieksonvriendelijk en inefficiënt, maar ook duur. Huisvesting bleef dus een kwestie.

Al in 1955 betrok het gemeentebestuur van Benthuizen een bescheiden raadhuis van architect Rein Fledderus (1910-1970) aan de Secretaris Runsinkbrink. In latere jaren kwam het elders tot grootschalige uitbreidingen en nieuwbouw. Deze nieuwe panden hadden – in tegenstelling tot het monumentale karakter van oudere gebouwen – doorgaans een sobere uitstraling. Dat gold bijvoorbeeld voor het in 1963 geopende gemeentehuis aan het Frederik van Eedenplein in Hazerswoude-Rijndijk. In Alphen aan den Rijn werd in 1987 het moderne stadskantoor aan de Castellumstraat in gebruik genomen. En in 1993-1994 werd het raadhuis in Boskoop uitgebreid met een ingetogen aanbouw.

De gemeente Alphen aan den Rijn had echter grotere ambities. De ambtelijke projectgroep Huisvesting en Organisatie stelde in 1991 vast dat op den duur uitbreiding van het stadskantoor of nieuwbouw nodig zou zijn. Zij stelde voor op een centraal punt een nieuw stadhuis te bouwen. Daarnaast was Alphen aan den Rijn in de laatste decennia enorm gegroeid, maar was de ontwikkeling van het centrumgebied daarbij achtergebleven. In 1996 stelde de gemeenteraad het Masterplan Stadshart vast. Het behelsde de ontwikkeling van een echte stadskern, aan de Hoge én de Lage Zijde. Het nieuwe stadhuis werd hiervan een onderdeel.

Klantgerichtheid, open communicatie en doeltreffendheid waren belangrijke uitgangspunten voor het nieuwe gebouw. Een nieuw Service Centrum Alphen (SCA) moest alle publieksdiensten van de gemeente en andere semioverheidsinstellingen op één plek samenbrengen. Het ontwerp voorzag in gevarieerde werkplekken, die pasten bij de verschillende werkzaamheden van de ambtenaren. Zo zijn er stilteplekken, kantoortuinen en afgescheiden vergaderruimten.

Deze uitgangspunten hebben geleid tot een revolutionair ontwerp. Wellicht dat ook dit stadhuis ooit als gemeentelijke of zelfs rijksmonument zal worden aangewezen.

 

TEKST: RUTGER NIJHOF

 

BEZOEKEN

Veel voormalige raadhuizen of gemeentehuizen zijn inmiddels herbestemd. Per voormalige gemeente gaat het om de volgende gebouwen:

  • Aarlanderveen (Raadhuisstraat 100, Alphen aan den Rijn);
  • Alphen aan den Rijn (Burgermeester Visserpark 28, Alphen aan den Rijn);
  • Benthuizen (Secretaris Runsinkbrink 1, Benthuizen);
  • Boskoop (Raadhuisplein 1, Boskoop);
  • Hazerswoude (Dorpsstraat 57-59, Hazerswoude-Dorp en Frederik van Eedenplein 4, Hazerswoude-Rijndijk);
  • Koudekerk (Dorpsstraat 70, Koudekerk aan den Rijn);
  • Oudshoorn (Hooftstraat 327, Alphen aan den Rijn);
  • Zwammerdam (Plein 1, Zwammerdam).

VERDER LEZEN

Frits de Wilde, Van kroegenpraat tot flexwerken. Geschiedenis van de gemeentehuizen in Alphen aan den Rijn (Alphen aan den Rijn 2003).