Op 6 juni 1944 vallen geallieerde troepen Europa binnen om Nazi-Duitsland te verslaan. Drie maanden later al bereiken ze de Nederlandse grens. In september proberen ze Arnhem en Nijmegen te veroveren en zo controle te krijgen over de Rijn, de Waal en de Maas, maar dat lukt niet. De Duitser legers graven zich in en sturen iedereen weg die hen in de weg kan zitten. Rond Arnhem en in Midden- en Noord-Limburg, overal langs de Maas en de Rijn beschieten de geallieerde en de Duitse legers elkaar.
Grote groepen vluchtelingen verlaten huis en haard. Velen gaan naar het noorden, waar nog voldoende voedsel is. De gemeente Leek zoekt plaatsen voor honderden evacués. Alleen al uit het Limburgse plaatsje Velden komen zo’n 300 mensen. Ook elders in het Westerkwartier krijgen vluchtelingen opvang en huisvesting, vaak maandenlang. Soms leidt dat tot wat wrijving, maar vaker leren mensen die elkaar anders nooit hadden ontmoet elkaar toch te begrijpen. Vanaf de lente van 1945 keren de meeste vluchtelingen geleidelijk weer naar huis, waar veel kapot is gegaan. Tussen de Groninger gastheren en Limburgse gasten blijven vaak nog tientallen jaren contacten bestaan.
De Limburgse boer Leo Roosenboom heeft zijn eigendommen thuis begraven en begint op donderdag 19 oktober 1944 vanuit Gennep in Noord Limburg een lange voettocht. Op 18 november komt Leo in Tolbert aan. In een brief beschrijft zijn zus Door de lange voettocht via Goch, Calcar en Rees in Duitsland naar ’s Heerenberg en Zeddam in de Achterhoek: ‘Die eerste twee dagen was alles zowat loopen, toen hebben vader en moeder 70 tot 75 km afgelegd, ik had een blaar onder de voet. Verder zijn we dinsdag vertrokken naar Lichtenvoorde, weer twee dagen geweest en weer verder, zijn overal goed verzorgd, stamppot wortel smaakte best.’
In februari 1945 wonen er in Midden- en Noord-Limburg bijna geen mensen meer. Veel Limburgers komen aan in Groningen. Vanuit het Harmoniegebouw vertrekken ze in een lange stoet met koetsen naar Leek. Daar krijgen ze allemaal een adres waar ze kunnen overnachten. Inwoners van Leek moeten kamers afstaan: wie niet meewerkt kan onteigend worden. De Limburgers voelen zich ‘verloren, berooid en ontheemd’. Eén vrouw heeft onderweg een miskraam gehad, velen dragen ‘ongedierte’ bij zich. Een ander probleem is de communicatie: de Limburgers en de Groningers verstaan elkaars taal niet... Een Limburgse schrijft: ‘(…) het is wat met ons, wij zitten in de provincie Groningen (…) Wij, Hen en ik, zitten met Jantje bij deftige lui, een bonthandelaar. Riet en Henk zitten samen bij een boer, wij hebben het allen best (…) Het kan niet beter, elke dag vleisch. (…) Wij zijn nu al elf weken uit Gennep vandaan (…) en nu zijn de Tommy’s (= de Engelsen) nog niet in Gennep (…).’
In het kleine Enumatil zitten zestig evacués. Een kind vertelt: ,,In Limburg waren we gewend geraakt aan (maar niet vertrouwd met) vliegtuiggeronk, kanongebulder, denderende legervoertuigen, gierende granaten en oorverdovende inslagen. In Enumatil was het stil, heel stil. Eerst was dit vreemd, daarna weldadig”. Leo Roosenboom fietst in januari 1945 van Tolbert naar ’s Heerenberg in de Achterhoek, maar kan niet verder naar het zuiden. In april lukt het hem wel. Gennep ziet er ‘treurig uit. … het huis heeft 12 voltreffers gehad …’, schrijft hij.
Als de geallieerden Groningen naderen ontstaat er opnieuw angst. Schuilkelders zijn er nauwelijks, als je een gat graaft zit je zo in het grondwater. Op zondag 15 april rijden Britse voertuigen de brug van Enumatil over. Nu kan iedereen weer naar huis! Niet iedereen wil dat. Joke Derks schrijft ‘Ik was de enige die achter wilde blijven, dus dat was huilen’. Maar ze is nog minderjarig en ze moet mee. Maar ,,Het Schreiershoekje 18 in Leek zal altijd bij me blijven en al die lieve mensen”.
Thematische lijnen
- Leven in een kwetsbare delta - Nederland waterland
- Woord en beeld verbinden - taal, kunst en cultuur
- Wie bestuurt er? - politiek en samenleving
Verwijzingen
- Canon van Nederland De Tweede Wereldoorog
- Canon van Groningen Beschadiging bij de bevrijding
- Museumplein Grootegast: Victory Museum