Bestuur

Ameland is eeuwenlang een onafhankelijk staatje geweest. Hoe kan dat? Oorspronkelijk viel Ameland onder het seendrecht van de grietenij Ferwerderadeel. In 1405 werd op de landdag in Hartwerd verklaard dat Ameland zelfstandig verder ging. De familie Van Cammingha kreeg het voor het zeggen. Bij Ballum verrees het Jelmera Slot en dat was het nieuwe regeringscentrum op het eiland.
Onder de Cammingha's bleef Ameland neutraal. In 1654 zond Watze van Cammingha twee Amelanders, Liemme Pieters en Dirk Douwes, naar Oliver Cromwell, Protector van Engeland, om de neutraliteit de waarborgen.
Van 1684 tot 1704 was Ameland bezit van de familie Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg. In 1704 werd het verkocht aan Amalia van Anhalt-Dessau en kwam het in handen van de Oranjes. Daaraan kwam een einde tijdens de Franse bezetting; in 1795 volgde verbeurdverklaring van de goederen van de prins van Oranje en werd Ameland ingelijfd bij de provincie Friesland. In 1801 werd Ameland verklaard te behoren tot het departement Friesland.
Toen de Fransen in 1814 vertrokken werd Ameland een gemeente van de provincie Friesland. Opmerkelijk is dat liefst drie generaties Van Heeckeren als burgemeester van Ameland actief waren. De eerste burgemeester na de Tweede Wereldoorlog was Roel Walda.
Sinds het begin van de negentiende eeuw zetelde het gemeentebestuur in Nes. In 1974 werd het nieuwe gemeentehuis in Ballum geopend.