Hebrecht en Rhederveld

De enige weg in Nederland die als monument is aangemerkt.

De buurtschappen Hebrecht en Rhederveld behoren tot de jongste veenontginningen van Nederland. Beide hebben bezienswaardigheden met monumentale waarde.

Veenontginningen
Een groot deel van onze provincie bestond vroeger uit moeras. Deze veengebieden zijn sinds de middeleeuwen stukje bij beetje geschikt gemaakt om op te wonen en voedsel op te verbouwen. Veenontginning, heet dat. Ook in Westerwolde vind je een aantal veenontginningen. Vlakbij de Duitse grens liggen de twee jongste veenontginningen van de provincie Groningen: het Hebrecht en het Rhederveld.

Het Hebrecht
Het Hebrecht was tot het begin van de vorige eeuw een uitgestrekte ruigte. De naam van het gebied verwijst ernaar dat er lang ruzie is gemaakt over wie in het gebied de baas was, Groningen of Münster. Ze waren het dus oneens over wie het recht had het gebied te hebben. Het werd als eerste van de twee gebieden ontgonnen, vanaf 1914. De Eerste Wereldoorlog was toen net uitgebroken. Belgische vluchtelingen die in onze streek onderdak hadden gekregen werden ingezet bij de ontginningswerkzaamheden. De manier waarop het veen werd ontgonnen was anders dan in eerdere Groningse veenkoloniën: daar werd de bovenste laag als turf afgestoken om als brandstof te gebruiken. In het Hebrecht werd de veenlaag alleen omgeploegd en gebruikt als landbouwgrond. De hoofdweg in het gebied is de H. Prinsenweg, vernoemd naar een hoofdopzichter van de Heidemaatschappij. Die was in 1934 verantwoordelijk voor verdere ontginning in het gebied. Aan deze weg werden in 1915 een aantal zogenaamde stelpboerderijen gebouwd. Ze zijn allemaal verschillend, maar vallen op door hun gelijksoortige sierlijke bouwstijl.

De J. Buiskoolweg
Aan de oostkant eindigt de H. Prinsenweg op de J. Buiskoolweg. Deze weg is vernoemd naar Jan Buiskool, die onder andere burgemeester is geweest van Vlagtwedde en Delfzijl. Hij dank echter zijn grootste roem - of beter, beruchtheid - aan zijn tijd als rijksinspecteur van de werkverschaffing. In die rol hield hij toezicht op projecten die bedoeld waren om werklozen een “nuttige tijdsbesteding” te geven. Ze werden bijvoorbeeld aan het werk gezet om vanaf 1934 het laatste stukje veen in dit gebied te ontginnen, het Rhederveld. Dat ligt even ten noorden en oosten van Hebrecht, aan deze J. Buiskoolweg. Als rijksinspecteur had hij de reputatie bikkelhard te zijn, waardoor hij de bijnaam “de Drijver” kreeg.

Parkachtige bermbeplanting
Toen koningin Wilhelmina en prinses Juliana in 1934 een bezoek brachten aan Westerwolde werden ze door de heren Prinsen en Buiskool rondgeleid door het Hebrecht en het Rhederveld. Deze ontginningen werden vol trots getoond. Ze stonden symbool voor de missie dat Westerwolde eindelijk ook een moderne streek zou worden. De Buiskoolweg kreeg bijzondere, parkachtige bermbeplanting van onder andere taxus, rododendron en hulst. Deze weg is, samen met een deel van de bebouwing, een rijksmonument omdat het een mooi beeld biedt van de ideale veenontginning van begin vorige eeuw.


Tijdbalk

Jaar

Gebeurtenis

1914

Start ontginning Hebrecht

1934

Start ontginning Rhederveld