In Drenthe heb je veel mooie natuurgebieden. Ze zijn beschermd. Maar die natuurgebieden zijn niet zo maar bewaard gebleven..
Heide
Heide ontstaat op zandgronden. De zandgrond heeft niet veel voedingsstoffen in de bodem. En groeit heide en kleine bomen en struiken. De meeste begroeiing wordt opgegeten door schapen of andere grazers.
De heideplantjes blijven over. In het heidelandschap kunnen bepaalde diersoorten goed leven, zoals de Heidekikker, de Adder en de Levendbarende hagedis. Planten zoals Dopheide, Struikheide en Zonnedauw leven graag op zandgronden. Als je heide met rust laat, verandert het in bos. Daarom worden schaapskuddes, begeleid door een herder, gebruikt om de heide te begrazen.
Het begin
Door de komst van kunstmest werd veel heidegrond veranderd in landbouwgrond. De heidevelden verdwenen. Veel mensen vonden dat je aan die woeste grond niks had. Landbouwgrond dat leverde tenminste wat op. Rond 1930 vond de bekende natuurbeschermer Jac. P. Thijsse dat er tenminste één groot heidegebied in Drenthe bewaard moest worden: het Dwingelderveld. Hiervoor was 100.000 gulden (ruim 45.000 euro) nodig. Thijsen hield een inzamelingsactie bij allerlei organisaties en de provincie. Niet het hele bedrag werd ingezameld, maar Natuurmonumenten kon toen toch een groot deel van het Dwingelderveld kopen. Tegenwoordig is het Dwingelerveld in het bezit van Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en een familie samen. In een samenwerkingsverband dat Nationale Parken heet, beheren zij het gebied. Er zijn twintig nationale parken in Nederland, waarvan drie in Drenthe. Het Dwingelerveld is vandaag de dag bijzonder, omdat het veel natte heidevelden heeft. Hierdoor leven er bijzondere planten en dieren. Het gebied trekt veel toeristen.
Hijkerveld
Ook het Hijkerveld is een heel oud heidegebied dat bewaard is gebleven. Je kunt er Celtic fields vinden. Dat zijn kleine akkertjes die stuk voor stuk omgeven waren door een lage aarden wal. Zij dateren uit de IJzertijd (800-12 v. Chr.) Als een akkertje was uitgeput namen de boeren een nieuw omwald perceeltje in gebruik. Zo ging dat door totdat een heel schaakbord van omwalde akkertjes ontstond. In latere eeuwen groeide er heide overheen, maar het oorspronkelijke patroon is nog steeds te herkennen. Vanuit een vliegtuigje kun je ze zien. Het lijkt op de structuur van een honingraat. Daarom worden de akkers ook wel raatakkers genoemd. Het Hijkerveld is nu eigendom van Stichting Het Drentse Landschap. Zij beheert en behoudt het gebied, ook organiseert zij hier activiteiten voor volwassenen en kinderen.
Dieren op de heide
Naast de grote heidegebieden vind je ook nog veel kleine heidegebeden in Drenthe. In deze natuurgebieden leven ook bijzondere diersoorten. Padden, vogels en zelfs adders kun je er vinden. De heide wordt onderhouden door de organisatie die er eigenaar van is. Op veel heidegebieden vind je nog een herder en zijn schaapskudde. De schapen grazen de jonge plantjes tussen de heide weg. Zo blijven de heidegebieden bewaard. Het beeld van een schaapskudde op de hei is echt bij Drenthe gaan horen. Mensen gaan in hun vakantie of vrije tijd graag wandelen in deze gebieden en naar de schaapskudde kijken.
Natuur gaat voor?
Met grond kun je van alles doen. Er kunnen huizen op gebouwd worden, je kunt er landbouwgrond van maken, je kunt het afgraven of beschermen of er een natuurgebied van maken. Er is altijd een afweging tussen de vraag, wil je land behouden en beschermen ten behoeve van de natuur of moet het geld opleveren? Soms wil men een industrieterrein bouwen en blijkt er een zeldzaam kikkertje in het gebied te leven. Wat gaat dan voor?
![](/image/2017/12/1/kaart_def.jpg%28mediaclass-window-plate-bg.6a3bbecb5dc2f740a0ed20a935895a4cda45a620%29.jpg)
-
Regio West-Brabant
Vanaf eind van de 19e eeuw werden er suikerbieten geteeld in West Brabant omdat dit gewas erg goed groeit op kleigrond. Die suikerbieten moesten nog wel verwerkt worden tot suiker en daarom werden er suikerfabrieken gebouwd. Suiker is een belangrijke grondstof voor de zoetwarenindustrie.
-
Regio Roosendaal
In deze regio werden fabrieken gebouwd die als belangrijkste grondstof suiker gebruikten. Denk aan Red Band, Liga, Hero en de Jaminfabriek in Oosterhout. Weet jij wat voor snoep of koek er door deze merken wordt gemaakt?
-
Regio Langstraat
Al sinds de 16e eeuw werden er in de Langstraat dierenhuiden bewerkt tot leer, dit noemen we looien. De arme boeren konden zo een beetje bijverdienen. Eikenschors en stromend water dat men voor het looien nodig heeft waren aanwezig in dit gebied. Toen de industrialisatie op gang kwam ging men in fabrieken met leerlooimachines werken. Hierdoor werd er nog veel meer leer geproduceerd. Het leer werd gebruikt voor de schoenenindustrie, ze maakten er dus mooie schoenen van. Welke merken schoenen worden nog steeds gemaakt in deze regio?
-
Regio Tilburg
Door thuis wol te bewerken en te weven konden boeren wat bij verdienen. De wol kwam uit het buitenland en de wolhandelaren lieten de wol graag in Brabant bewerken omdat de lonen laag waren. Toen de industrialisatie op gang kwam betekende dit het einde van de huisnijverheid. De wol werd voortaan in fabrieken bewerkt en geweven door arbeiders. Hierdoor ging het veel sneller en werd er meer geproduceerd. Vooral veel kinderen werkten in de textielindustrie. Want met hun kleine handige vingers konden zij beter werken dan volwassenen en ze kregen ook veel minder loon, ze waren dus heel goedkoop voor de fabrieksdirecteuren. Inmiddels is de meeste textielindustrie verdwenen uit Brabant. Ondertussen zijn de lonen hier veel hoger geworden en is het goedkoper om textiel in een land te laten maken waar de lonen laag zijn. Kijk eens in het labeltje van jouw t-shirt: in welk land is het gemaakt?
-
Regio Oss
Aan het einde van de 19e eeuw werd in Oss de eerste margarinefabriek geopend door de familie Jurgens. Zij hadden daarvoor geld verdiend in de boterhandel. Maar margarine was veel goedkoper en langer houdbaar dan echte boter. Het bedrijf ging steeds verder uitbreiden , onder andere in de vleesverwerking. De boter- en vleesverwerkingindustrie zijn in deze regio ontstaan omdat hier veeteelt was. De Maas overstroomde nogal eens en het land was daardoor alleen geschikt als weiland. Uit de vleesverwerkingindustrie is ook de medicijnenindustrie ontstaan, omdat men uit de dierlijke organen ingrediënten voor medicijnen kon halen. Proef jij het verschil tussen boter of margarine op je brood?
-
Regio Eindhoven
De gloeilampenfabriek van Philips is eigenlijk per toeval in Eindhoven terecht gekomen. Er stond daar namelijk een fabriekspand met een stoommachine leeg en er waren goedkope arbeidskrachten beschikbaar. Bovendien waren er goede transportmogelijkheden. Naast de gloeilampen maakte Philips ook radiolampen, röntgenbuizen, radio's en televisies. Philips had een expositieruimte waar ze allerlei nieuwe uitvindingen lieten zien: het Evoluon. Welk product van Philips heb jij in huis?
In Eindhoven zat ook de DAF-fabriek. De DAF was de eerste personenauto die eind jaren '50 geproduceerd werd in Brabant. Deze auto had een bijzondere transmissie (schakelsysteem) die tot op de dag van vandaag in personenauto's toegepast wordt. Wist je dat je je eigen DAF kunt maken? Ga naar de website van het DAFmuseum en download de bouwplaat.
-
Regio Valkenswaard
De Brabantse sigarenindustrie was internationaal bekend. De sigaren uit Brabant werden wereldwijd verspreid. Ooit waren er 180 sigarenfabrieken in Noord-Brabant. Zoals in Valkenswaard, Eersel, Bergen op Zoom, en Boxtel. De tabak kwam grotendeels uit het buitenland en werd in deze regio in eerste instantie met de hand verwerkt en later in fabrieken. Roken werd steeds minder populair na de Tweede Wereldoorlog waardoor de meeste fabrieken hun deuren moesten sluiten. Rookt jouw opa weleens een sigaar?
-
Spoorwegen
Tegelijkertijd met de opkomst van de industriële revolutie was er de intrede van de trein, aan het einde van de 19e eeuw. Door de opkomst van de industrie groeide de behoefte aan betere transportmiddelen, want grondstoffen moesten aangevoerd worden en de eindproducten moesten afgevoerd kunnen worden. Kriskras door de provincie werden nieuwe spoorlijnen aangelegd. Boxtel was een strategisch knooppunt tussen 's-Hertogenbosch en Eindhoven. De spoorwegen hebben in Brabant een belangrijke bijdrage geleverd aan de economische ontwikkeling van de provincie. Niet alleen omdat ze ervoor zorgden dat de handel zo'n grote bloei kon doormaken, maar ook door de werkgelegenheid aan het spoor zelf. Na de aanleg van de spoorwegen en stations konden duizenden mensen aan het werk als machinist, stationschef, seinwachter, sjouwer, onderhoudsmonteur en andere banen rond het spoor. Tegenwoordig worden er nog steeds veel goederen over het spoor vervoerd. Maar er zijn meerdere transportmogelijkheden. Welke andere transportmogelijkheden ken je?
-
Zuid-Willemsvaart en Wilhelminakanaal
Eind 19e eeuw waren de natuurlijke rivieren en beken in Brabant slecht bevaarbaar. Koning Willem I startte met de aanleg van kanalen. Door de aanleg van kanalen werd het mogelijk grondstoffen en producten over water te vervoeren. Wat is nog steeds een voordeel van goederenvervoer over water?
![](/image/2017/12/1/kaart_def.jpg%28mediaclass-media-thumb.919ec29506596ebdcb84c770c7b572639982ebbb%29.jpg)
Vensterplaat