Het gebied rond Vleuten en De Meern is van oudsher agrarisch. In de dorpen werkt een beperkt aantal ambachtslieden. Dat zijn onder andere een hoefsmid, klompenmakers, mandenmakers, rietdekkers, molenaars en beurtschippers. In vrijwel alle gevallen staan hun werkzaamheden in dienst van de agrarische bevolking.
Daarnaast heeft elk dorp een of meer kruideniers en een bakker. De verschillende ambachtslieden en thuiswerkers verkopen hun producten vanuit hun werkplaats of huis. Daarnaast worden de dorpen regelmatig bezocht door handelaren die hun koopwaar vanaf hun wagen of schuit aan de man brengen en door marskramers die met hun waren langs de huizen en boerderijen trekken. Voor producten die niet direct tot de dagelijkse behoeften behoren, bezoeken de bewoners winkels of markten in de stad Utrecht of Woerden.
Wanneer gedurende de 19de eeuw de dorpen groeien, ontstaat steeds meer bedrijvigheid in en rond de dorpen. De dorpssmid breidt zijn diensten uit met het repareren van motorvoertuigen en de timmerman ontplooit zich als houthandelaar.
Stoommachine
De industriële bedrijvigheid rukt langzaam maar zeker op vanuit de stad Utrecht. Vandaar dat de eerste fabrieken zich vestigen in de gemeente Oudenrijn. In 1896 kent deze gemeente de cementfabriek van D. van Oostveen, waar aarden buizen worden vervaardigd. De fabriek bezit op dat moment twee stoomketels en heeft twaalf volwassen mannen en acht kinderen voor zich werken.
In de daarop volgende decennia komen daar de capsulefabriek Smulders en twee kledingwasserijen bij. Ook zij maken gebruik van stoomaandrijving. Vanaf het moment dat in Oudenrijn elektriciteit beschikbaar komt als krachtbron, vestigen ook andere bedrijven zich er, zoals de meubelmakerij J.C. Hermans, de groentendrogerij Vereenigde Conservenfabrieken en de cementfabriek P.W. Waltmann.
In de gemeente Vleuten is de stoomkuiperij van Wibbeke lange tijd het enige fabriekje met een stoommachine. Voor het dorp betekent aansluiting op het elektriciteitsnet het begin van een groeiende industriële bedrijvigheid, al wordt deze nooit zo groot als in Oudenrijn.