De AOW was geïntroduceerd in 1956 door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Ko Suurhoff. Hij was een sociale politicus die ook nog bijvoorbeeld de vangrail ingevoerd heeft. De AOW was de vervanger van de Noodwet Ouderdomsvoorzieningen die door Willem Drees was bedacht. Deze wet was ook uitdrukkelijk als tijdelijk bedoeld.
Willem Beveridge was een Engelsen econoom en politicus. Hij dacht dat een goed idee was om een stelsel te maken van sociale verzekeringen, betaalt uit belasting geld. Hij had dit idee in 1942, in de oorlog jaren dus. Toen de oorlog voorbij was zijn soort gelijke systemen in Europa en Amerika ingevoerd. De Algemene Ouderdomswet is dus een deel van dit stelsel in Nederland geworden.
In de jaren tachtig gingen mensen twijfelen of de AOW wel kon worden doorgevoerd door de vergrijzing. Een staatscommissie ging dit onderzoeken of dit ook echt een probleem zou zijn. Concluderend was dit dit wel mogelijk was en bleef de AOW dus bestaan.
De AOW heet een grote rol gespeeld in rechtstaat van Nederland. Hierdoor ben je altijd verzekerd van een basis inkomen. Nu kregen mensen met een leeftijd boven de 65 jaar wel geld. Zo hoeven oudere mensen niet meer te werken.