Tot de bekendste figuren uit de geschiedenis van het Maasland behoren waarschijnlijk de Bokkenrijders. In de achttiende eeuw zouden deze bendeleden het platteland hebben geteisterd met overvallen en inbraken. Misschien heb je wel eens over ze gelezen in populaire boeken zoals De kapitein van de Bokkenrijders (2011). Of in een oude aflevering (De Bokkenrijders) van de striphelden Suske en Wiske. Daarin ontdekt hoofdpersoon Lambik dat hij afstamt van een Bokkenrijder, waarna hij plotseling verdwijnt. Tijdens de avonturen die volgen, in de Limburgse Mijnstreek, vliegen bokken door de lucht! Wie waren de Bokkenrijders nu eigenlijk?
De naam
Om te beginnen de merkwaardige naam: hoe kwamen de Bokkenrijders hieraan? Soms vonden er in het Maasland in één nacht verschillende inbraken plaats op ver uit elkaar gelegen plekken. Bange dorpelingen vermoedden dat de bandieten heel snel op een vliegende bok van de ene naar de andere plek reisden. De bok stond in het verleden lange tijd symbool voor de duivel. Tegenwoordig weten we dat dit een vorm van bijgeloof was. Blijkbaar kwamen de mensen toen niet op de gedachte dat verschillende dieven tegelijkertijd hun plannen aan het uitvoeren konden zijn.
Niet alleen Limburg
Wat we bovendien weten, is dat het ‘banditisme’ (afgeleid van bandiet, boef) op het platteland al aanwezig was voordat de naam Bokkenrijders werd gebruikt. In de zeventiende eeuw kwamen regelmatig oproepen om rondtrekkende zwervers en bandieten aan te pakken. Niet alleen het gebied van het huidige Limburg was het slachtoffer daarvan. Bendes opereerden ook in het huidige België, Duitsland en Frankrijk. Het lijkt er dus op dat die Bokkenrijders helemaal niet zo bijzonder waren. De volgende vraag is dan: waarom waren er destijds overal bendes actief? De oorzaak is op een andere plek in deze canon [venster 17 & venster 23] al aan bod gekomen. De voortdurende armoede en de regelmatige hongersnoden op het Europese platteland zorgden ervoor dat talloze mensen moesten stelen om in leven te kunnen blijven. De meeste inbraken stelden maar weinig voor en zouden nu bijna niet worden gerekend tot de georganiseerde misdaad. De buit was nauwelijks de moeite waard.
Waarom zo bekend?
Dat toch heel wat mensen zijn veroordeeld, vaak tot de doodstraf, valt eenvoudig te verklaren. In de toenmalige rechtsspraak kon een opgepakt persoon alleen worden veroordeeld als die bekend had. Stel dat een buurman kwade bedoelingen met je had, dan hoefde hij je eigenlijk alleen maar aan te geven bij een bepaalde ambtenaar: de schout [venster 14]. Je werd vervolgens opgepakt en gemarteld totdat je bekende, ook al had je niets fout gedaan. Waarom zijn vooral de bendes uit Limburg en uit de achttiende eeuw zo tot de verbeelding gaan spreken? Want eerdere bendes zijn lang niet zo beroemd geweest. Het antwoord op die vraag wordt duidelijk als je gaat kijken naar periodes waarin er massaal veroordelingen plaatsvonden: rond 1740 en 1773. Dit waren jaren van hongersnood en andere ellende. Juist toen werden er volop Bokkenrijders berecht en geëxecuteerd. Misdrijven die al eerder hadden plaatsgevonden, werden toen opeens bestraft. Op diverse plaatsen werden in korte tijd veel mensen opgehangen. De lijken bleven hangen om de bevolking schrik aan te jagen. Het zijn dus niet de diefstallen die de aandacht hebben getrokken, maar de juridische processen en de terechtstellingen. Tot ver buiten het Maasland waren die onderwerp van gesprek.
Mythevorming
De toenmalige politie vreesde opstanden op momenten dat de armoede heel groot was. Daarom werd iedereen opgepakt die ook maar enigszins verdacht was. De agressieve manier van verhoren zorgde er wel voor dat, wie eenmaal opgepakt was, terecht of niet, uiteindelijk alles bekende waarvan die werd verdacht. Arme drommels die een pakje boter hadden gestolen, of ruzie hadden gemaakt met een buurman, eindigden zo aan de galg. Wil dit zeggen dat er geen serieuze inbraken zijn geweest en er nooit geweld werd gebruikt? Zeker niet, maar de Bokkenrijders zijn met name berucht geworden, en gebleven, vanwege hun meedogenloze en massale vervolging. Dat zij een machtige bende hebben gevormd die een revolutie wilde, is even onjuist als de gedachte dat ze op bokken door de lucht vlogen.