Het grootste dorp is gevonden in de wijk Voorkoop. Het bestaat uit 35 tot 40 huizen, gelegen rondom een pleintje. Het terrein wordt doorsneden door een klein riviertje. Rondom liggen akkers, waaruit blijkt dat de bewoners graan telen en vee houden. Ook gaan ze op jacht en gebruiken bootjes om te vissen.
De inwoners van de dorpjes verhandelen en ruilen allerlei producten met Romeinse soldaten. Die zijn gelegerd in forten bij Maurik en Rijswijk. Daar bevindt zich de Limes, de noordgrens van het Romeinse Rijk. In ruil voor vee, graan, fruit, vis en wild krijgen de Bataven Romeinse potten, pannen, munten, fraaie spelden, beeldjes en keramiek.