De schoenfabriek

‘Nog twee maanden naar school’, denkt Wim, ‘dan ga ik werken bij ‘De Ooievaar’. Wim is veertien jaar oud en zit op de lagere school. Hij wil graag doorleren, maar daar is geen geld voor. Hij moet gaan werken, maar mag dat pas vanaf zijn veertiende. Daarom moet hij twee jaar langer op de lagere school blijven.

'De Ooievaar' is de schoenfabriek aan de Kerkstraat. De fabriek is in 1924 in een oud schoolgebouw gevestigd. Het gaat goed met de schoenfabriek. In 1927 werken er 170 mensen.

Sneeuwwitje

Al veel langer werken Groesbekers in de schoenindustrie in Kleef en Nijmegen. Die gaan iedere dag met de trein vanaf Station Groesbeek. Tijdens de crisisjaren in 1936 gaat de fabriek failliet. Veel arbeiders raken werkeloos. Enkelen beginnen zelf een bedrijf. Op allerlei plekken komen kleine schoenfabriekjes. Sommigen groeien uit tot grote bedrijven. Enkele fabrieksnamen zijn: 'Sneeuwwitje', 'Henka', 'Pallas'  en 'Zoma'.

Lage lonen

Na 1970 verdwijnt de schoenindustrie uit het dorp. De concurrentie van de lage lonen landen is te groot. Op het industrieterrein vestigen zich allerlei verschillende bedrijven. Van 'Lola-afwasborstels' tot 'Kegro-deuren'.

 

Bronnen en verder lezen:

  • G.G. Driessen, Rampspoed te Groesbeek. Fragmenten dorpsgeschiedenis uit de periode 1800 1950 (Groesbeek) 2000, p.132-190.
  • G.G. Driessen, 'Groesbeek in het Nieuws. Persfoto’s uit de jaren vijftig', in: Bijdragen tot de Geschiedenis van Groesbeek en het Nederrijk, deel 2 (Groesbeek 1998), p. 15, 38 & 45.

 

Rechten

Vereniging Heemkunde Groesbeek, CC-BY-NC