In 1908 zijn er plannen om een katholiek ziekenhuis voor longziekten te bouwen. Zo’n ziekenhuis heet sanatorium. Na de koop van een lap grond in het Dekkerswald begint in 1911 de bouw. In 1913 is de opening. De zieken liggen zoveel mogelijk buiten in hallen. Kinderen krijgen in de open lucht les van zusters. Genezen doe je door rust en goede voeding. Later worden operaties uitgevoerd en krijgen de patiënten medicijnen.
Groesbeekse Tehuizen
De 'Groesbeekse Tehuizen' liggen verspreid over heel het dorp. In 1926 richt dominee J. Visscher die tehuizen op. Er wonen weinig protestanten in het dorp. Dat zit de dominee niet lekker. Door de komst van kindertehuizen blijft de protestantse school open. Ook volwassenen met een geestelijke beperking wonen hier in oude villa’s en gebouwen. Denk maar aan 'De Muntberg' of 'De Kasteelse Hof'. Nu is de instelling met veelal nieuwe gebouwen open voor alle mensen met een beperking.
Werkenrode
Door broeders uit een klooster is de derde grote instelling gesticht. Vanaf 1965 zit 'Werkenrode' aan de Nijmeegsebaan. Jongens en meisjes met een handicap volgen er een beroepsopleiding. Nu werken de Groesbeekse Tehuizen en Werkenrode samen in 'Pluryn' en is 'Dekkerswald' onderdeel van het RadboudUMC.
Bronnen en verder lezen:
- Toon Bosch, 'De strijd tegen de witte dood. Het rooms-katholiek sanatorium Dekkerswald, 1913-1938', in: A. Bosch en J. Schmiermann (red), Van Gronspech tot Groesbeek. Fragmenten uit een lokaal verleden 1040-1940 (Groesbeek 1991), p. 199-221.
- A.F. Manning, Groesbeekse Tehuizen 1929-1989 (Zeist 1989).
- G.G. Driessen, Groesbeek het Dorp der Verrassingen, 1900-2000 . Een eeuw dorpsgeschiedenis (Groesbeek 1999), p. 152-155.
Rechten
Vereniging Heemkundekring Groesbeek, CC-BY-NC