Ook in de negentiende eeuw waren er al protesten tegen hoge energieprijzen. In 1867 kwamen de klanten van de gasfabriek in opstand tegen de hoge gasprijs: 118 van de 240 klanten zegden het gascontract op en keerden terug naar de petroleumlampen die eerder voor verlichting zorgden. In 1876 besloot de stad de gasfabriek over te nemen. Pas in september 1900 werd dit besluit uitgevoerd. De gemeente nam toen ook een schuld van zesduizend gulden voor haar rekening. Tot aan de Eerste Wereldoorlog werd de gasfabriek diverse keren uitgebreid. In 1913 kregen onder andere de Nieuwe Kazerne (de latere Jan van Nassaukazerne) en Hierden een aansluiting op het gasnet.
In 1923 maakte Harderwijk ook kennis met elektriciteit. De concessie werd verleend aan de Provinciale Geldersche Electriciteits-Maatschappij (PGEM). Op 14 november 1924 schakelde men in Harderwijk voor het eerst de elektrische stroom in. Uit de PGEM is (veel) later het energiebedrijf NUON ontstaan.
In de ochtend van de 26e juni 1895 werd op de Galgenberg, in de nieuw gebouwde watertoren, de Harderwijksche Waterleiding (H.W.L.) geopend. De watertoren was ontworpen door Dirk de Leeuw, ingenieur in dienst van de maatschappij. Hij werd geëerd met een natuurstenen plaquette boven de ingang van de watertoren. De tekst luidt:
H.W.L. G E B O U W D 1 8 9 5 D. de Leeuw
Het bakstenen gebouw is cirkelvormig, had aanvankelijk een puntdak en was 12,25 meter hoog. In 1921 werd het waterreservoir verhoogd tot 14,75 meter. Twintig jaar later werd de houten kap van het puntdak vernieuwd en vervangen door een plat dak.
Op 26 juni 1895, de dag van de opening, werd op het Kerkplein een fontein in werking gesteld. Een geschenk van de waterleidingmaatschappij aan de inwoners van de stad. Uit zuinigheidsoverwegingen was de fontein uitsluitend op feestdagen in functie. Eindelijk had Harderwijk een waterleidingnet, heel belangrijk voor de volksgezondheid. Hierden en Tonsel moesten nog een tijdje op het gezonde water wachten.
Het opgepompte water bleek niet altijd even schoon te zijn. In 1911 begon men in diepere aardlagen naar schoner water te boren. De vooruitgang bleef doorgaan, in 1912 werd een nieuw systeem toegepast, waardoor zandfilters overbodig werden. In 1917 was het water eindelijk van goede kwaliteit en kwamen er geen klachten meer.
Pas na de Tweede Wereldoorlog werd duidelijk dat loden waterleidingbuizen een gevaar voor de volksgezondheid opleverden. Loden buizen geven namelijk looddeeltjes af aan het water, mensen kunnen daardoor loodvergiftiging oplopen, vooral kinderen zijn er gevoelig voor. De loden leidingen werden vervangen door buizen van koper en later vooral van kunststof.
De watertoren op de Galgenberg, midden in het bos, staat er nog steeds, niet alleen als monument, maar nog volop in gebruik.