Dominee Ledeboer

Een kerkscheuring in Benthuizen

In 1840 gebeurde er iets opmerkelijks in de hervormde kerk van Benthuizen. Midden onder de preek pakte dominee Ledeboer het gezangenboek en de bundel kerkelijke reglementen, en wierp ze verontwaardigd van de kansel. Een vrouw wilde ze oprapen, maar de predikant zei: ‘Laat het liggen, laat het liggen; straks zullen wij het begraven.’ Na de kerkdienst gebeurde dat ook, onder het zingen van psalmen. Deze daad van protest was het begin van een bijzondere kerkscheuring in Nederland.

De predikant die deze actie in gang zette, ds. L.G.C. Ledeboer (1808-1863), had steeds meer moeite gekregen met de gang van zaken in de Nederlandse Hervormde Kerk. Koning Willem I wilde zijn invloed in de kerk laten gelden. Zo had hij de zeventiende-eeuwse kerkreglementen laten vervangen door nieuwe regels. Een daarvan verplichtte het gebruik van een bepaalde gezangenbundel. De inhoud daarvan was volgens Ledeboer echter niet in overeenstemming met de Bijbel. Ook was Ledeboer het niet eens met de inhoud van de preken van veel collega’s: die legden de Bijbel op een verkeerde wijze uit.

Een aanvaring met de classis (het regionale kerkbestuur) was de druppel die de emmer deed overlopen. Gemeenteleden uit Hoogeveen en Benthorn meenden recht te hebben op een plaats in de kerkenraad, ook al hadden deze buurtschappen tussen Benthuizen en Boskoop niet veel inwoners: Hoogeveen nog geen honderd, Benthorn slechts vijftien. De kerkenraad vond woonplaats geen criterium: geschiktheid voor het kerkelijke ambt was veel belangrijker. De kerkenraad kreeg van de classis echter geen gelijk. Dat stuitte ds. Ledeboer tegen de borst.

 

Dominee achter de tralies

Dit conflict leidde ertoe dat Ledeboer in november 1840 zijn werk niet meer mocht doen. Toen hij afzonderlijke kerkdiensten ging beleggen, ging het grootste deel van zijn gemeente met hem mee. Ook in dorpen rond Benthuizen voelden sommigen zich aangesproken door zijn preken. In Hazerswoude-Dorp bijvoorbeeld: daar gingen ze diensten houden op de boerderij van Jacob van Beek aan het Westeinde.

De overheid legde ds. Ledeboer boetes op, maar die betaalde hij niet. Daarom werd hij tweemaal opgesloten in Leiden. In de gevangenis schreef hij brieven aan zijn gemeente. Het was een moeilijke tijd, maar de predikant voelde zich gesteund door God. Hij dichtte:

 

‘Mijn leerschool is ’t gevangenhuis,

’t Gevangenhuis mijn zoetste kruis,

De Heer’ mij daar te leren heeft,

Wat Hij mij elders niet zo geeft.’

 

Afscheiding

Ledeboer was beslist niet de enige predikant die zich verzette tegen ontwikkelingen in de Nederlandse Hervormde Kerk. Ook elders groeide onder behoudende kerkleden de onrust over de inhoud van de preken en de praktijk van het kerkelijk leven. Om die reden had ds. Hendrik de Cock, de predikant van het Groningse Ulrum, zich al in 1834 afgescheiden van de Nederlandse Hervormde Kerk, gevolgd door een groot deel van zijn gemeente. Daarmee begon de zogeheten Afscheiding, die zich als een olievlek uitbreidde over het land. Groepjes kerkleden gingen zelf diensten houden. De overheid wilde dat niet toestaan en maakte het de afgescheidenen heel moeilijk. Ze kregen hoge boetes opgelegd of werden gedwongen soldaten in huis te nemen. Kerkdiensten werden verstoord en predikanten gevangengezet.

Ook in het gebied van de huidige gemeente Alphen aan den Rijn vond de Afscheiding navolging. In Alphen ging een klein aantal mensen naar de afgescheiden gemeente in Woubrugge of die in Bodegraven. In 1860 begonnen dertien afgescheidenen in Alphen zelf diensten te organiseren, waar al snel meer mensen op af kwamen. In Aarlanderveen hielden vijftien afgescheidenen vanaf 1869 diensten in de schuur van Thijs den Bleker, waar banken en een preekstoel waren neergezet. Later gingen ze naar gemeenten in de omgeving.

 

Stenen gooien

De afgescheidenen in Boskoop bezochten eerst diensten in Bodegraven. De vrouwen en kinderen namen plaats in een schip en de mannen trokken het vaartuig voort over de Gouwe. De tocht was niet zonder risico, want bij Gouwsluis en Zwammerdam werden ze soms onthaald op een regen van stenen. Om die reden bleven de afgescheidenen later in Boskoop. Daar kwamen ze in een woonhuis bij elkaar. Ook daar werden ze lastiggevallen. Toen ze daarover klaagden bij burgemeester Willem Tholen, kwam hij een dienst bijwonen. Terwijl hij daar zat te luisteren, vloog er een steen rakelings langs zijn hoofd. Prompt gaf de burgemeester de politie opdracht ervoor te zorgen dat de diensten voortaan ongestoord konden verlopen.

De groep afgescheiden kerkgangers organiseerde zich in 1849 als een Christelijke Afgescheiden Gemeente. Van 1852 tot 1895 had de gemeente ds. J.Ph. Sluijter als predikant. In die 43 jaar groeide het aantal gemeenteleden tot 600.

 

Landelijk bekend

In Benthuizen preekte ds. Ledeboer eerst in huizen en op boerderijen. In 1850 werd achter zijn huis een houten kerk gebouwd, die in 1921-1922 werd vervangen door een stenen gebouw. Op die plaats staat ook de huidige kerk van de Gereformeerde Gemeente uit 1994. Voor de kerk stonden huizen, maar die zijn in 1965 en 1967 afgebroken. Daardoor grenst het kerkplein nu aan de Dorpsstraat.

Maar de invloed van Ledeboer reikte verder dan Benthuizen. Door zijn vele publicaties was hij onder behoudende protestanten landelijk bekend. Zelfs nu nog worden zijn gedichten en uitspraken weleens geciteerd. Bovendien reisde hij rond en preekte hij op tal van plaatsen in het land. Mede daardoor ontstonden de Gereformeerde Gemeenten en de Oud Gereformeerde Gemeenten. In Alphen aan den Rijn is er van die beide kerkverbanden een gemeente en Boskoop heeft een Gereformeerde Gemeente, maar die zijn pas in de twintigste en eenentwingste eeuw ontstaan.

Nog altijd kent het gebied van de huidige gemeente Alphen aan den Rijn een rijke verscheidenheid aan protestantse kerkrichtingen. Die ontstonden niet alleen door de Afscheiding van 1834, maar ook door de Doleantie van 1886, een nieuwe uitstroom van verontruste leden uit de Nederlandse Hervormde Kerk. In 1887 ontstonden dolerende gemeenten in Aarlanderveen, Oudshoorn en Zwammerdam, in 1888 in Boskoop, Hazerswoude en Koudekerk aan den Rijn. Later zijn door afsplitsingen en samenvoegingen nog andere kerken ontstaan die de naam ‘gereformeerd’ dragen.

In 2004 verenigde het merendeel van de Hervormde Kerk zich met de Gereformeerde Kerken en de Evangelisch-Lutherse Kerk. Samen vormen ze de Protestantse Kerk Nederland.

 

TEKST: L. VOGELAAR

 

BEZOEKEN

De grafsteen van ds. Ledeboer ligt nog steeds naast de oude dorpskerk (Dorpsstraat 48, Benthuizen).

VERDER LEZEN

P. Huisman, Een dorpsgemeente onderweg. Gereformeerd Hazerswoude 1864 tot 1989 (Hazerswoude 1989).

H. Natzijl (red.), Verzamelde geschriften van/over ds. L.G.C. Ledeboer (drie delen) (Utrecht 1977-1980).

L. Vogelaar, Weerdigh t’ aenmercken. 165 jaar Gereformeerde Gemeente Benthuizen (uitgebreide 2e druk, Benthuizen 2005).