De komst van de Romeinen
Rond 50 voor christus trokken de Romeinse legers het gebied dat we nu kennen als Noord-Brabant binnen. Ze vochten met de verschillende stammen die hier leefden. Bij Lithse Ham, aan de Maas in de gemeente Oss, zijn de resten gevonden van een bloederige veldslag. Vermoedelijk zijn daar twee stammen vermoord.
Naast bloedvergieten brachten de Romeinen handel. Archeologische vondsten laten zien dat er lange handelsroutes waren. Zo zijn bij Cuijk peperkorreltjes gevonden. Erg bijzonder, want in die tijd was peper alleen nog maar in India te krijgen.
Uitwisseling van cultuur
Door het samenleven van Romeinen en Germanen ontstond er een uitwisseling van culturen. Een mooi voorbeeld hiervan is religie. De Romeinen hadden meerdere goden en er kon er altijd eentje bij. Romeinse goden die leken op Germaanse goden werden soms samengevoegd tot een nieuwe god. Bij Empel, ten noorden van ’s-Hertogenbosch, stond een tempel ter ere van zo’n god: Hercules Magusanus. De tempel zelf leek op de tempels in Rome, maar wel met allerlei lokale elementen.
Romeinse ‘Brabanders’
De Romeinen brachten naast hun gesproken taal ook hun geschreven taal mee. Daardoor zijn er bronnen overgebleven waardoor we bijvoorbeeld namen hebben van mensen die toen leefden. Victorinia Veratta bijvoorbeeld. Op een steen gevonden bij Lith is haar naam ingebeiteld. Haar voornaam is ‘Romeins’, maar eindigt op -inia. Dat kwam eigenlijk alleen in deze streken voor. Haar achternaam lijkt ook weer Germaans te zijn. Een mooi voorbeeld de nieuwe cultuur die ontstond. Of deze mensen zichzelf als Romeins of Germaans zagen, of juist twijfelden over waar ze bij hoorden, weten we niet.
Uitvindingen
Allerlei nieuwe voorwerpen kwamen met de Romeinen mee. Sommige van die uitvindingen vinden wij nu heel normaal. Zo had een villa bij Hoogeloon een kraan waar warm en koud water uit kwam. Net als bij ons nu! En sommige Romeinse huizen hadden zelfs vloerverwarming.
Kleinere…
Lang dachten archeologen dat het hedendaagse Noord-Brabant nog vrijwel onbewoond was en dat de mensen die er woonden eenvoudige boeren waren. Inmiddels is dat achterhaald. Vrijwel door heel de provincie woonden mensen in kleinere, maar ook grotere nederzettingen. Naast landbouw beoefenden de inwoners allerlei ambachten. Bijvoorbeeld het bewerken van metaal, zoals bleek uit een opgraving bij Oerle.
…en grotere nederzettingen
In het oosten van Brabant ontstond Cuijk aan de Maas. De Romeinen noemden de stad Ceuclum en bouwden een brug over de Maas. Toen zo rond 300 na christus de Germanen vanuit het Noorden vaker aanvielen, werd Cuijk voorzien van muren. Dat hielp maar een beetje, want uiteindelijk verlieten de Romeinen onze streken.