De Boerenleenbank

Coöperatieve financiering

Tijd van wereldoorlogen

De tweede helft van de 19de eeuw was een tijd van grote veranderingen voor de landbouw. De boeren gingen steeds meer marktgericht produceren. De bedrijfsvoering werd hierdoor kapitaalintensiever. In de jaren tachtig daalden de prijzen van landbouwproducten sterk, door opkomende concurrentie uit de Verenigde Staten en Canada. De boeren moesten geld lenen tegen hoge rentes. De Duitser Friedrich Wilhelm Raiffeisen had in 1864 een oplossing voor dit probleem bedacht in de vorm van een coöperatieve bank, die in 1898 in Nederland navolging kreeg met de oprichting van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank in Eindhoven.

De coöperatieve gedachte

De coöperatie was een vorm van samenwerking, waarbij land- of tuinbouwers voor gezamenlijke rekening en risico bepaalde bedrijfsactiviteiten uitvoerden. Eén van die activiteiten betrof de kredietverstrekking. 5 jaar na de oprichting van de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank vond in Haarle de oprichting plaats van de eerste hierbij aangesloten boerenleenbank in Overijssel. Op 6 december 1903 riep de toenmalige kapelaan Boekhorst in Haarle een groep van twintig welgestelde boeren bij elkaar om te overleggen over het nut en de voordelen van de oprichting van een coöperatieve bank. De boeren besloten al gauw tot oprichting van zo'n bank over te gaan. Er volgde een uitgebreide discussie over de inhoud van de statuten. De coöperatie was immers gebaseerd op vertrouwen en goede onderlinge afspraken.

Functioneren

Als kassier werd Frederikus Brandwagt aangesteld, met een salaris van f. 25,- op jaarbasis. Hiervoor hield hij 1 uur per week zitting in zijn woning. In 1904 werd het eerste krediet van f. 700,- verstrekt. Voor de opslag van alle waardevolle bescheiden werd een brandkast aangekocht.
De eerste jaren na de oprichting kenmerkten zich door spaarzaamheid en voorzichtigheid met het uitzetten van gelden. Hierdoor ging het de bank al snel voor de wind. Eén van de bestuurders: "Wij in Haarle zaten vaak 0,3% onder de richtlijnen voor de rente, omdat we financieel zo gezond waren. Dat was 'n mooie tied."

Bloeiende gemeenschap

Nadat de bank ruim 50 jaar ten huize van een kassier werd gehouden, kwam men in 1960 tot de oprichting van een bankgebouw aan de Kerkweg. Na de inzegening door de pastoor spraken verschillende genodigden de wens uit dat het bankgebouw mocht bijdragen aan de verdere ontwikkeling en bloei van een levenskrachtige gemeenschap in Haarle. In 1993 werd een nieuw bankgebouw op de hoek Poggenbeltweg/Stationsweg in gebruik genomen. De fusie van de verschillende Rabobanken in Salland maakte een eind aan de onafhankelijke positie van Haarle. Banken van dorpen als Lettele, Schalkhaar, Heeten en Nieuw-Heeten fuseerden samen met Haarle in 1996 met het "grote" Deventer. Iets waar niet iedereen even blij mee was: "Zo'n grote stad kan slecht met geld umgoan."