Keijenborg

Periode 1924 - 1951

Keijenborg is ontstaan als agrarische buurtschap zonder duidelijke structuur. Rond 1900 waren er slechts enkele gebouwen. Die stonden her en der verspreid en deze bebouwing bestond uit boerderijen, een school, de katholieke kerk en een korenmolen. De gebouwen stonden vooral langs de Hengelosestraat en de Kerkstraat. Dit waren twee verharde doorgaande wegen. De Hengelosestraat is in de tweede helft van de 19de eeuw aangelegd als onderdeel van de straatweg tussen Doesburg en Enschede. Ook de Kerkstraat is in de tweede helft van de 19de eeuw verhard en recht getrokken. Rond 1900 was er verder sprake van een fijnvertakt netwerk van landweggetjes met verspreide bebouwing. Als zelfstandig dorp dateert Keijenborg uit 1938. Daarvoor was het een onderdeel van de buurtschap Het Gooi.

Keijenborg is ontstaan in de landstreek 't Gooy dat in de Middeleeuwen bezit was van de hertogen van Gelre. In de dertiende eeuw had het grafelijk gezag van de voorouders van de hertogen van Gelre zich richting het oosten uitgebreid. Ten zuidoosten van Zutphen, en ten zuiden van Lochem ontving de graaf de dorpen Zelhem en Hengelo in leen van de bisschop van Munster. Na de middeleeuwen vormde zich de agrarische buurtschap met de gelijknamige naam Gooi met slechts enkele verspreid liggende bebouwingen. Dit besloeg het gebied van de huidige buurtschappen Gooi en Bekveld, en de voormalige gemeenten Hengelo en Zelhem. Bij de voormalige havezate Cijbergen heeft een huiskapel gestaan, waarschijnlijk gebouwd in 1531. De Havezate en de huiskapel hebben gestaan op het huidige Pastoor Thuisstraat 3 en 3a aan hetBooltinkplein. De kapel was de eerste verzamelplaats voor de Gooise gelovigen. Af en toe werd er door de Zelhemse pastoor een mis gelezen. (De Graaf e.a., 2009)

In 1650 wordt in het verpondingskohier van het Landdrostambt Zutphen melding gemaakt van een brouwerij, huis en hof, den Keijenborg met als eigenaar Elsken Keijenbarg. De rooms-katholieken waren toen verdreven uit de kerk in het dorp Hengelo; het kerkelijk leven speelde zich min of meer in het geheim af, waarbij het huis Keijenborg het centrum werd. De kelder van dit huis heeft volgens de overlevering lange tijd als kerkruimte dienst gedaan. Het stond op de plek waar later café Booltink stond. Het werd in het begin van de 17e eeuw bewoond door Berend van den Keijenborg. In het verpondingskohier uit 1650 wordt als eigenaar van ‘den Keijenborg met die brouwerije, huis en hof’ Elsken Keienbarg genoemd, die meer bezittingen had. In 1710 werd er tegenover den Keijenborg een schuurkerk gebouwd. In 1843 is tussen het huis en de schuurkerk een Waterstaatskerk gebouwd, die in 1932 vervangen is voor de huidige Johannes de Doperkerk. In de tweede helft van de negentiende eeuw werd de kunstweg Hummelo-Enschede aangelegd waardoor Keijenborg centraal kwam te liggen aan de hoofdroute van de Achterhoek. In de eerste helft van de twintigste eeuw ontstond naast de verspreide bebouwing een geclusterde bebouwing rond het Booltinkhuis en de kerk. Vanaf 1938 wordt Keijenborg als zelfstandig dorp genoemd. Het is naar Nederlandse maatstaven een vrij jong dorp.

Stichting Dorpsraad Keijenborg. Keijenborg groeit op eigen wijze. Dorpskwaliteit in beeld. pdf 2008.

Graaf. de, J.A.Chr. e.e. (2009) Erfenis voor vandaag en morgen. R.-K. Kerken in Oost-Gelderland (Uitgeverij Fagus, IJzerlo)

Noordzij, Aart (2009) Gelre: dynastie, land en identiteit in de late middeleeuwen. Hilversum, Uitgeverij Verloren.

Kuys, J. (1994). Drostambt en schoutambt: de gelderse ambtsorganisatie in het kwartier van Zutphen (ca. 1200-1543). Hilversum, Uitgeverij Verloren.