De Achterhoeker

Over het typische karakter van de Achterhoeker

Een groot deel van de familie Niesink, zeker in vroeger tijden, is geboren en/of getogen in de Achterhoek. In 1938 werd onder redactie van P.J. Meertens en Anne de Vries het boek "De Nederlandse volkskarakters" uitgegeven bij Uitgeverij J.H. Kok in Kampen. Hierin staat een bijdrage van G.J. Klokman over het karakter van de Achterhoeker.

In de laatste kwart eeuw is de Achterhoek door den kunstmest herboren; het jonge
geslacht bestormde de landbouwscholen, werkt met formules in de bemestings- en
voedingsleer en schiep een ongekende welvaart.
In weinige jaren heeft de Graafschap zich opgewerkt tot een niveau, dat overal in den lande bewondering wekt.
‘Mien olde Zelhem’ van voor zestig, zeventig jaar, waar moet ik u thans zoeken?
Tien uur over de landsgrenzen in 't Munstersche, daar ligt het. Daor is 't olde
huusken van Sam; daor steet Règelinks Derk an de deure, zoo as e van de baktrog
kump; daor hei Gradus van de kuper met de koe veur de karre en Vels Mientjen met
de winkelware in 'n rooyen zakdoek eknupt en Gatjan... sjokt... met de bruun... en
de karre... met de mest... en de hond... nao 't land.
De rust en de vrede is over alles en in alles.
Gelukkig het land, waar de vertraagde film van het jachtend leven nog draait!