Willem I van Gelre was de zoon van één van de drie zussen van hertog Reinoud III van Gelre. Reinoud III overleed in 1371 zonder kinderen na te laten. Twee zussen van Reinoud, Machteld en Maria, bonden de strijd met elkaar aan over de erfopvolging van Gelre (De Gelderse Successieoorlog). Machteld, de oudste, was de weduwe van de graaf van Kleef. Maria was getrouwd met Willem II, hertog van Gulik. De derde zus was abdis van een klooster. Deze strijd werd uiteindelijk beslecht in het voordeel van Maria. Zij schoof haar zoon Willem naar voren omdat zij vond dat de hertog van Gelre een man moest zijn. In deze strijd werd Machteld gesteund door de Van Heeckerens en de bisschop van Utrecht. Maria had de steun van de heren van Bronckhorst en de steden Nijmegen en Tiel.
Hertog Willem I
hertog van Gulik en Gelre, graaf van Zutphen
In 1378 wordt voor het eerst melding gedaan van het "goet Nyenhusingh op 't Goy". Het betreft een belening die gedaan werd door de toen regerende hertog van Gelre, Willem I. Willem I was al vanaf zijn 17e, in 1371, hertog van Gulik en Gelre en graaf van Zutphen. Willem Ivan Gelre, was ook graaf Willem III van Gulik. Willem had Gelre in leen gekregen van de Duitse keizer Karel IV, voor de steun die zijn vader, Willem II van Gulik, aan de keizer had gegeven bij het vrijkopen van diens broer, Wenceslas van Brabant.
Op zijn beurt gaf Willem I delen van zijn grondgebied, waaronder goederen in het Graafschap Zutphen, in leen aan leenmannen die hem op een of andere manier geholpen hadden. Meestal betrof die hulp militaire hulp, zoals het leveren van manschappen voor het voeren van oorlogen.