Visserij

Visserij is altijd een belangrijke bron van inkomsten geweest op Ameland. Vele eilanders hadden hier een bijverdienste aan. De visserij was geen vetpot, de inspanningen voor de vangst waren te hoog. Vandaar dat men er vaak een ambacht naast uitoefende.
De visserij werd vaak in familieverband uitgeoefend. Het klaarmaken van het visgerei werd gedaan door de vrouwen, zij staken de pieren en azen het vistuig.
De beroepsmatige visserij was voornamelijk op Hollum geconcentreerd. De Hollumer ree was de aankomst en vertrekplaats van de vissersboten. Echter na de zware ijsgang in de winter van 1890 waren door ijsgang praktisch alle boten vernietigd. Dit is de genadeklap geweest voor de beroepsvisserij van Ameland. De jongeren (vanaf 12 jaar!!) gaan werken op de Vlaardinger haringloggers.
Ook op de rest van het eiland werd gevist, vanaf het strand of op het wad. Men viste met staand want en botwan (hakenlijn)
Er werd niet alleen vanuit schepen gevist maar ook vanaf strand met staand want en botwan (hakenlijn)