Aletta Jacobs

Hoe Aletta Jacobs bijdrage heeft geleverd aan de rechtstaat en de parlementaire democratie.

Aletta Jacobs is een belangrijke naam voor de geschiedenis van vrouwen en hun rechten. In Nederland was zij de eerste vrouw die werd toegelaten tot de universiteit en werd ook nog is de eerste vrouw die arts werd. Ze staat bekend omdat ze hoofd was van de eerste feministische golf voor haar strijd voor het kiesrecht van vrouwen.

Geboren in Groningen schreef ze in 1871 een brief aan minister Thorbecke met het verzoek om toegelaten te worden tot de academische universiteit, hier wou ze haar droom laten uitkomen en medicijnen studeren. Thorbecke schreef aan haar vader een brief terug dat hij ermee akkoord was. Het is moeilijk te beseffen dat alle vrouwen die nu aan de universiteit studeren of later nog willen gaan studeren, het alleen maar kunnen doen door een meisje van zeventien die een brief schreef naar de minister om toegelaten te worden tot een universiteit.

Nadat Jacobs gepromoveerd werd reisde ze naar Londen, hier kwam in ze contact met andere vrouwelijke artsen en werd ze zelf geïnspireerd. Terug in Nederlands vestigde ze haar eigen huisarts praktijk in Amsterdam aan de Herengracht. Veder hield ze spreekuren voor vrouwen en hielp ze hen aan voorbehoedsmiddelen. Dat laatste was erg noodzakelijk uiteindelijk, ook voor ons nu. In die tijd was er weinig informatie en kennis over voorbehoedsmiddelen en waren vrouwen continu uitgeput van hun vele zwangerschappen.  Ook is er door Jacobs in winkels het wettelijke ‘zitgelegenheid’ verplicht geworden voor het personeel. Het begon met de zorgen die Aletta had voor de lichamelijke klachten van winkelmeisjes, die vaak tijdens het werken uren lang moesten staan.

In 1889 reist Aletta wederom weer naar London maar dit keer voor een vergadering over vrouwenrechten. Hier beseft ze zich dat het oneerlijk is in Nederland en wilt ze er iets aan doen. Wanner er in 1893 de Vereeniging voor VrouwenKiesrecht (VvVK) opgericht word door Wilhelmina Drucker, wacht ze geen seconde en sluit ze zich er gelijk bij aan. In 1903 word ze uiteindelijk voorzitter. In die tijd werd maar een deel  van de mannen in de Nederlandse bevolking toegestaan om te stemmen, vrouwen zouden er dus al helemaal geen kans bij maken. De gedachte in tijd was dat de politiek hen zogenaamd zou afleiden van hun enige belangrijke taak: het gezin en het huishouden. Natuurlijk was dit onzin en dachten de voorstanders van de VvVK daar ook zo over en waren ze zich volledig aan het inzetten voor het vrouwenkiesrecht.

De leden deden er alles aan om aandacht te krijgen voor hun zaken, ze organiseerde tentoonstellingen, deelde pamfletten en kranten uit en gaven petities om ondertekend te worden. De vereniging organiseerde in 1916 dan ook de eerste demonstratie voor het vrouwenkiesrecht. Meer dan 18.000 mannen en vrouwen maakte er deel van uit. Inmiddels werd door het hele land gesproken over de kiesrechtsttrijd en word het ook flink ondersteund. Een jaar laten krijgen mannen het algemeen kiesrecht. Maar hebben vrouwen alleen maar het passief kiesrecht erbij gekregen: ze mogen zich alleen maar verkiesbaar stellen. Nog niet te vrede geeft de verveningen en de vrouwen het niet op en blijven ze vechten voor waar ze recht op willen. Pas vijf jaar later in 1922 word dan eindelijk het actief vrouwenkiesrecht ingesteld. Vrouwen in Nederland mogen nu ook stemmen. Tot de dag van vandaag horen wij dankbaar te zijn voor alle mensen die in die tijd hebben gevochten voor hun rechten, die wij dankzij hen nu ook nog hebben, en daarom heeft Aletta Jacobos bijdrage geleverd aan de rechtstaat en de parlementaire democratie.