De Coupépolder

Het gifbeltschandaal in ‘Afval aan den Rijn’

De geur van kattenpis, honderdduizenden vaten chemisch afval, omgekochte ambtenaren en milieucriminelen. In de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw stond de toenmalige gemeente Alphen aan den Rijn landelijk in de belangstelling, nadat De Telegraaf in 1988 aan het licht had gebracht dat hier illegaal grote hoeveelheden chemisch afval werden gedumpt, vaak in de nachtelijke uren. Hoewel het raadscommissierapport De onderste steen uit 1992 anders deed vermoeden, zijn veel details onduidelijk gebleven, tot op de dag van vandaag.

Eeuwenlang hebben Nederlanders hun afval op straat of in het water gegooid. Ook in het gebied van de huidige gemeente Alphen aan den Rijn was dat aan de orde van de dag – de Oude Rijn was verre van schoon. Om aan deze vervuiling een einde te maken, legden overheden in de twintigste eeuw speciale vuilstortplaatsen aan. De gemeente Alphen aan den Rijn beheerde onder andere vuilstortplaatsen bij de Kromme Aar, de Steekterweg en de Spoorlaan in Zwammerdam. In omliggende gemeenten waren ze onder meer te vinden aan het Westeinde in Hazerswoude-Dorp en aan de Hoogeveense- en Middelburgseweg in Boskoop.

Als gevolg van de snelle groei van de gemeente moest het gemeentebestuur van Alphen aan den Rijn steeds op zoek naar nieuwe plekken om afval kwijt te raken. Het verbranden van afval, zoals later gebruikelijk werd, gebeurde nog niet, waardoor het vuilnis zich letterlijk ophoopte. In 1959 vonden de eerste stortingen plaats in de Coupépolder, waar nu golfclub Zeegersloot ligt. Met de ingebruikname van een nieuwe stortplaats aan de Steekterweg in 1965 werd de Coupépolder alweer overbodig. De gemeente liet het terrein egaliseren en afdekken met een laag grond.

Begin jaren zeventig bleek de vuilstortplaats aan de Steekterweg echter alweer te klein. Het voorstel kwam om tijdelijk uit te wijken naar de Coupépolder, in afwachting van een regionale oplossing voor het afvalvraagstuk. Het college verklaarde dat de inrichting en de exploitatie van de stortplaats met de grootst mogelijke zorgvuldigheid zouden gebeuren, om bodemverontreiniging te voorkomen.

 

Geruchten over illegale stortpraktijken

Vanaf 1979 kwamen er bij de gemeente klachten binnen over stankoverlast, door omwonenden vergeleken met ‘kattenpislucht’. Aanvankelijk verklaarde de gemeente dat de overlast het gevolg was van een chemisch proces tussen verschillende industriële afvalstoffen. Zij liet de stortplaats met een dikke laag gips afdekken, maar dat mocht niet baten: omwonenden bleven overlast ervaren.

In 1980 kwamen de eerste geruchten over illegale praktijken aan de oppervlakte. Raadslid Henk Metaal (PvdA) meldde dat hij over informatie beschikte dat in Alphen aan den Rijn ‘stortfooien’ werden aangenomen. Daarnaast kwamen er meldingen over nachtelijke stortingen van chemisch afval. Een gifschandaal in Lekkerkerk had er inmiddels voor gezorgd dat bodemverontreiniging hoog op de publieke agenda stond. Het gemeentebestuur moest dus wel iets ondernemen. Op basis van getuigenverklaringen liet het in september 1980 proefboringen doen, waarbij uiteindelijk niets werd gevonden. Gesprekken met ambtenaren bij de vuilstort gaven het college ook geen aanleiding om aan te nemen dat er sprake was van doelbewust illegale praktijken. Vooralsnog liep het verhaal dus met een sisser af. Onder protest van vele omwonenden bleef de vuilstortplaats tot 1985 in gebruik.

 

Nationale stortplaats voor chemisch afval

In 1988 kwam aan het licht dat verschillende regionale bedrijven tussen 1978 en 1980 betrokken waren geweest bij de illegale stort van grote hoeveelheden chemische stoffen in de Coupépolder. Chauffeurs die hierbij waren ingezet, bevestigden de verhalen. Zij hadden hun lading vanuit heel Nederland naar Alphen aan den Rijn gebracht. Het gelijk van de actievoerders in de voorgaande jaren leek bewezen. De recherche onderzocht de rol van verschillende gemeenteambtenaren en politiefunctionarissen in de zaak. Vervolgens kwam de rechter tot de conclusie dat twee gemeenteambtenaren steekpenningen hadden aangenomen of op zijn minst op de hoogte waren van omkooppraktijken.

De zaak bracht het vertrouwen in het Alphense bestuur aan het wankelen. Een gemeentelijke commissie kreeg in 1991 opdracht om de rol van het gemeentebestuur te onderzoeken. Tijdens hoorzittingen werden ongeveer dertig getuigen ondervraagd. De commissie concludeerde dat het gemeentebestuur niet zelf verantwoordelijk was voor de omkoping, maar wel degelijk steken had laten vallen. Op signalen van misstanden had het college ontkennend en laconiek gereageerd, en door het gebrek aan controle hadden de betrokkenen hun gang kunnen gaan. De commissie bestempelde de houding van burgemeester Martien Paats (CDA) als goedwillend, maar naïef.

Tot slot kwam de commissie met een aantal verzachtende opmerkingen. Zij onderstreepte dat het milieubewustzijn in de jaren zeventig nog niet hoog op de agenda stond. Daarnaast had het provinciebestuur van Zuid-Holland een dubbele rol gespeeld. Het moest de uitvoering van het beleid in Alphen aan den Rijn controleren, maar drong er ook op aan om afval waarvoor geen andere bestemming beschikbaar was, in Alphen te laten storten.

 

Voortdurende monitoring

De Coupépolder is nooit volledig afgegraven. Voordat het gifschandaal aan het licht kwam, was al besloten dat het gebied onderdeel zou worden van het recreatieplan Zegersloot. Inmiddels ligt er op de voormalige stortplaats een prachtige golfbaan. Om verspreiding van verontreiniging tegen te gaan is ervoor gekozen het aanwezige vuil te isoleren. De lucht-, water- en bodemkwaliteit wordt nauwkeurig gemeten.

Het schandaal had tot gevolg dat Alphense burgers zich actief gingen inzetten om alle feiten boven water te krijgen. In 1988 drong een burgercomité er bij de gemeente op aan om onafhankelijke deskundigen in te zetten bij de uitvoering van onderzoeken naar de bodemvervuiling. De Alphense Stichting Waakhond benadert de informatievoorziening door de overheid nog altijd zeer kritisch. Mede dankzij de inzet van kritische burgers heeft dit gifschandaal bijgedragen aan de vergrote aandacht voor milieuvraagstukken en geleid tot zwaardere milieueisen.

 

TEKST: RUTGER NIJHOF

 

BEZOEKEN

Park Zegersloot met golfbaan Zeegersloot (Kromme Aarweg 5, Alphen aan den Rijn).