De Hanze

Hanze-handelaren in Brabant

Tussen de twaalfde en de zestiende eeuw ontwikkelde het gebied dat we nu kennen als Noord-Brabant zich tot een streek met verschillende grotere en kleinere steden. Deze steden speelden een rol in Europese handelsnetwerken. Aanvankelijk kregen zij allerlei voorrechten van de Hertog, en later dwongen ze die zelf af.

Brabantse handelsnetwerken over land en water

Er waren geen hanzesteden in Noord-Brabant, maar de Brabantse steden maakten wel deel uit van dezelfde handelsnetwerken. Wie over land naar Antwerpen of Brugge reisde vanuit Duitsland, kwam door Noord-Brabant. De Brabantse steden en dorpen speelden hierop in door hun markten af te stemmen op die van plaatsen zoals Antwerpen. De markten van Bergen op Zoom trokken zo handelaren uit allerlei windstreken. Hanze-handelaren uit Keulen en Lübeck bijvoorbeeld. De heer van Bergen profiteerde van deze inkomsten. Het Markiezenhof is een monument dat deze welvaart weerspiegeld.

Naast handel over land was ook de rivierhandel belangrijk. De Maas vormde een handelsroute tussen Luik en Dordrecht. In Dordrecht konden zeeschepen aanmeren en hun goederen overladen op rivierschepen. De heren in Ravenstein, Megen, Cuijk en Boxmeer inden tol op de schepen die hun gebied passeerden. Voor handelaren koste dat niet alleen geld, maar ook tijd. Steden probeerden tolvrijheden af te dwingen voor hun burgers. Dat leidde vaak tot ruzie.

 

Voor de markt

Boeren en ambachtslieden verbouwden en maakten hun producten in deze periode steeds vaker voor de ‘markt’. Dat wil zeggen dat ze het niet meer voor zichzelf maakten, maar om geld mee te verdienen. Steden vormden een verbinding tussen de boeren en de grotere handelsnetwerken.

In de vijftiende en zestiende eeuw kenden Bergen op Zoom en Antwerpen hun bloeitijd. Na een aantal overstromingen verzandde de toegang tot Bergen op Zoom en werd Antwerpen dé handelsstad van het hertogdom Brabant. Aan deze bloeiperiode komt door de Tachtigjarige Oorlog een einde.