De eerste spoorlijn

De uitvinding van de stoomtrein bracht een revolutionaire verandering in het vervoer. Je kon er mensen en grote hoeveelheden goederen snel, goedkoop en betrouwbaar mee transporteren. De initiatieven voor nieuwe spoorlijnen schoten als paddenstoelen uit de grond. In 1855 werd de lijn Antwerpen-Roosendaal doorgetrokken naar Moerdijk. In 1863 openden de lijnen Breda-Tilburg en Roosendaal-Bergen op Zoom. Binnen korte tijd volgend ruim tien nieuwe trajecten. In 1872 opende de brug bij Moerdijk, op dat moment de langste brug van Europa. Met de aanleg in 1890 van de Langstraatspoorlijn van Lage Zwaluwe naar 's-Hertogenbosch en de lijn Eindhoven-Weert in 1913 was het netwerk zo goed als af.

Het waren gigantische projecten, die veel problemen ondervonden rond planning en vergunningen. Boeren werden gedwongen hun land te verkopen, bouwers moesten ter plekke oplossingen bedenken en voor de spoordijken werd veel zand afgegraven. Veel plassen, zoals de IJzeren Man, en de Zanderijen komen uit deze tijd.

Niet alle spoorwegen hebben het overleefd. De ‘Halve Zolenlijn’, het ‘Duits Lijntje’, en de twee ‘Bels Lijntjes’ zijn verdwenen.

 

Eerste Moerdijkbrug

Een gravure van de eerste Moerdijkbrug, met op de voorgrond een hondenkar en een stoomschip. Bij de opening van deze enkelsporige vakwerkbrug in 1872 was dit de langste brug van Europa, bestaande uit veertien boogvormige overspanningen van ieder ruim honderd meter. (Collectie Brabants Historisch Informatie Centrum).