Duistervoorde

1357 - 1950 Van kasteel naar villa

In 1951 verhuisde Theo Niesink naar Duistervoorde.

Oorspronkelijk was Huis Duistervoorde een havezate. De eerste beschrijvingen van een kasteel op Duistervoorde stammen uit 1358, 1381 en 1384. Het betreft vermeldingen dat er brieven van de Deventer cameraar (een soort van wethouder van financiën) naar Herman van Apeldoren zijn gebracht die destijds op kasteel Duestervoert woonde. Na de Reformatie fungeerde het huis als schuilkerk voor de katholieke bewoners van de streek. Van de oorspronkelijke havezate is weinig bewaard gebleven. In 1863 is het gebouw grotendeels afgebroken en vervangen door het huidige pand. In 1878 wordt het landgoed verkocht aan de rooms-katholieke kerk. In 1888 laten zij naast het landhuis de Sint-Martinuskerk bouwen. Het kerkbestuur geeft het landhuis in 1890 een bestemming als klooster. Tot 1967 heeft het pand dienst gedaan als Sint Anthonius Gesticht van de Zusters van Liefde uit Schijndel. Sinds 1967 wordt het landhuis weer particulier bewoond.

De eerste Van Apeldoren waarvan bekend is dat er een relatie was met het Kasteel Duistervoorde is Johannes van Apeldoren. Wat die relatie precies was is niet bekend, ook niet of hij er gewoond heeft. De eerste Van Apeldoren waarvan bekend is dat hij op Duistervoorde woonde is Herman van Apeldoren. Door het huwelijk met Mechteld van Silvolde, komen ook de goederen het Herteler en Zelvolden in bezit van de familie Van Apeldoren. Door huwelijken met vrouwen uit verschillende adellijke geslachten (Bentinck, Van Wijnbergen, Van Meckeren etc.) wordt het bezit van het Huis Duistervoorde steeds omvangrijker. Doordat er uiteindelijk geen mannelijke opvolgers meer zijn gaat, met toestemming van de Hertog van Gelre, het bezit (de leenplicht) van Duistervoorde, dat nog berustte bij het Sticht Utrecht, over naar het Gelders leen, en tevens naar de familie Van Steenbergen. Dorothea van Apeldoren was in 1560 getrouwd met Willem van Steenbergen.

Nadat diverse adellijke families eigenaar van het Huis Duistervoorde zijn geweest, worden het Huis en de landgoederen in 1829 verkocht aan de protestantse koopman Johan Carl Goldberg. Vanaf 1830 verkoop Goldberg lagzaamaan stukjes van de bezittingen van het Huis Duistervoorde. In 1863 verkoopt hij tenslotte het Huis Duistervoorde met de overgebleven landerijen en boerderijen aan de Amsterdamse bankier J.H. Timme.